Elia is in Zarfath en wordt daar onderhouden door een weduwe. In dit gebied dient men een heidense god, maar de Heere laat zien dat Zijn kracht de machten overtreft. In het Oude Testament valt een lichtstraal vooruit van de wervende kracht van het Evangelie in het Nieuwe Testament.
Ook de heidenen
Dat de Heere Zijn trouw niet alleen uitstrekt naar Joden, maar ook naar heidenen, dat wordt duidelijk als Jezus de woorden in Luk. 4: 24-26 terughaalt als Hij in Zijn geboortedorp het Evangelie verkondigt. In Nazareth verkondigt Hij dat wat in het Oude Testament werd voorspeld in hun oren is vervuld. ‘De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart; Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.’ (Luk. 4: 18-19)
Als men Hem vervolgens vraagt bijzondere dingen te doen, laat Hij zien dat de heidenen evenzeer Zijn hart hebben als de Joden. Bij hun afwijzing van Hem, zal Hij er anderen trekken tot Hem, zoals ook in het Oude Testament gebeurde. Hij is niet afhankelijk van onze keuze voor voor Hem, maar Hij kiest Zelf en redt. ‘En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland. Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israël in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land.’ (Luk. 4: 25-26).Â
Bekroning
De Heere heeft Zijn Woord waargemaakt. Elke dag kreeg deze vrouw, door meel en olie, te ervaren dat de Heere geen van Zijn woorden vergeet. Hij heeft hen vele dagen gevoed. De beloften van de Heere worden één voor één vervuld. God belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.’ (DL H3-4, art. 8).
Hij nodigt aan Zijn tafel: ‘Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft.’ (Matt. 22: 4). Bij Hem is overvloed: ‘En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.’ (Op. 22: 17)