Nadat Paulus in Efeze 5: 8-13 onderwijs gaf, volgt er in vers veertien een uitroep. ‘Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.’ In mijn Griekse Bijbel staat dit afgedrukt als een afzonderlijke tekst, als was het bijvoorbeeld een citaat uit een lied. Sommigen stellen dan ook dat Paulus hier citeert uit een vroegchristelijke hymn, die men zong in de christelijke gemeente. Hoe dan ook, het is een uitroep waarin verlangen naar opwekking doorklinkt.Â
Verlangen
Wat kan dat een diepgeworteld verlangen worden in je leven. Wanneer je om je heen kijkt in een dorp, stad en in de gemeente. Heere, geef opwekking. Geef geestelijk ontwaken. U mag best weten; dat kleurt mijn gebeden.
De Heere zegt het
Maar wacht even: er staat niet ‘daarom zeg ik, Paulus’. Nee, er staat: ‘daarom zegt Hij’. De Heere zegt het. Het is als een uitroep, een oproep, een opdracht van de Heere: ontwaakt! Je kunt het ook vertalen met: ‘opwekken, doen opstaan, overeind halen’. Wakker worden uit een geestelijke slaap, opstaan uit de geestelijke dood. Overeind komen. Zoals Jezus zei tegen Lazarus die dood in het graf lag: ‘Lazarus, kom uit!’ En hij kwam uit, levendiger dan ooit.
Ging het in de vorige verzen over de daden, nu gaat het over de daders. Ging het eerst over wat mensen deden, nu over hoe we hen aantreffen. Slapend, dood.
Citaat
Er lijkt hier sprake te zijn van een citaat van Paulus, wat je kunt ontlenen aan het Oude Testament. Niet aan één tekst als zodanig, maar aan meerdere verzen. Eén gedeelte uit het Oude Testament blijkt echter behoorlijk samen te vallen met de woorden van Paulus in Efeze 5: 14. Namelijk Jesaja 60: 1: ‘Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.’
Blijkbaar ligt er iemand gebogen, want de oproep klinkt: ‘Sta op, word licht!’ Het klinkt als een dubbele opdracht. Jeruzalem wordt ons in de voorliggende hoofdstukken (Jes. 50, 51, 52, 54) getoond als een zondige vrouw. Machteloos, overgegeven aan de zonde. Omgeven door de donkerheid. De schaduw van ellende en duisternis ligt over haar heen. De profeet ziet echter in de geest hoe de Heere haar met Zijn licht bestraalt. Een Goddelijk machtswoord. Sta op, wordt verlicht! Sta op, schijn!’
Boodschap
In Jesaja 60 was sprake van een desolate situatie. Van een volk in gevangenschap. Van een volk in duisternis. Van een volk dat geen kennis had van Christus, van het Evangelie. Hen kondigde Jesaja de komst van Christus aan. Dan zou men de dingen in het licht zien van Hem. De Christus is gekomen. Niet alleen als licht voor de Joden, maar ook voor de heidenen. Daarom roept Paulus nu de Efeziërs toe: Ontwaakt, gij die slaapt en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten. Hij zal over je lichten: ‘Als licht tevoorschijn komen, beginnen te schijnen, beginnen licht te geven.’
Tegen Israël werd gezegd dat als zij tot de Heere zouden roepen, Hij hen zou antwoorden:
- Deut. 4: 29: ‘Dan zult gij van daar den HEERE, uw God, zoeken, en vinden; als gij Hem zoeken zult met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
Zo ook Asaf, die van de Heere een belofte krijgt uit te spreken:
- Psalm 50: 15: ‘En roept Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren.’
De Heere spreekt bij monde van Johannes in Openbaring 3: 20:
- ‘Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.’
Laten we wakker zijn, te midden van een wereld die de slaap der gerusten slaapt:
- 1 Thess. 5: 5-6: ‘Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn.’
Gods herscheppende Woord, schept onstuitbaar leven. Lazarus, kom uit! ‘Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.’