Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 25 augustus

Een misdadiger erkent Jezus als Koning (2)

We zien dat één van de misdadigers inkeert tot God. Er is hier sprake van een oprechte bekering. Dat blijkt uit drie redenen. 

Redenen

  1. Vrees voor God en het oordeel: Eerst spotte hij met Christus en God. De Heilige Geest heeft hem er van overtuigd dat hij een overtreder van Gods wet is (40-41). Hij vreest voor het oordeel, de eeuwige straf.  Bij hem komt tot uiting, wat we lezen in Luk. 12: 4-5: ‘Vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen. Maar Ik zal u tonen, Wien gij vrezen zult: vreest Dien, Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen; ja, Ik zeg u, vreest Dien!’ Dat in tegenstelling tot onbekeerden, want die vrezen God niet. Rom. 3: 18: ‘Er is geen vreze Gods voor hun ogen.’
  2. Er is sprake van een veranderd hart: besef van zonde en schuld, denk aan wat de verloren zoon zegt in Luk. 15: ‘Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u.’ Er is sprake van een bedelaarsgestalte, die we herkennen uit het portret van de gelovige dat Jezus schildert in de Bergrede: ‘Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.’ (Matt. 5: 3-4). 
  3. Geloof in de Heere Jezus: Hij erkent Jezus als Koning van het Koninkrijk. Zojuist heeft Jezus over de mensen die Hem kruisigden gebeden: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Nu pleit hijzelf bij Jezus om vergeving. We zien dat hij inzicht heeft gekregen in het feit dat Jezus een doorgang zal bewerkstelligen tot in het eeuwige leven. ‘Gedenk mijner, als U in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.’ 

Geen aanleiding

Er was geen reden in de moordenaar, waardoor hij in beweging kwam. Het is enkel Gods genade, dat hij de toevlucht neemt tot God. Calvijn maakt dit helder als hij opmerkt dat er geen greintje gerechtigheid in Rachab de hoer was, voordat zij geloofde. Evenmin in Manasse, toen hij Jeruzalem rood kleurde door het bloed van de profeten. Evenmin in de moordenaar aan het kruis, die pas op het laatste moment van zijn leven boetvaardig werd. Wij dwaalden allen als schapen en gingen onze eigen weg. Maar de Heere greep in. 

Oprechte vrees èn vertrouwen

Bij oprechte vrees voor God vlucht iemand niet van God weg, maar naar Hem toe. Adam vluchtte weg, achter de bosjes. De Heere moest hem tevoorschijn roepen. De man met het ene talent, die we leren kennen in de gelijkenis, verborg dit uit vrees voor God. Hij verhulde zich. De moordenaar vreest voor God, maar komt juist voor de dag bij Jezus. Openlijk, belijdend, eerlijk, verwachtingsvol. Het is als wat we horen in Psalm 31. Waar enerzijds klinkt: ‘Wees mij genadig, HEERE! want mij is bange’ (10). Maar anderzijds: ‘Maar ik vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God.’ (15). 

De moordenaar vlucht als onrechtvaardige tot de Rechtvaardige, Die niets onbehoorlijks heeft gedaan. ‘Heere, denk aan mij…’ In 1 Kor. 6: 10-11 horen we: ‘Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven. En dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en door den Geest onzes Gods.’ 

Wie er aan vasthoudt, eindigt hopeloos. Wie echter de toevlucht neemt tot Christus wordt gewassen, gerechtvaardigd, geheiligd. Zal het Koninkrijk van God ontvangen. Tot op het laatste moment staat de deur bij de Heere open, zoals blijkt bij de gelijkenis van de werkers in de wijngaard. Zij ontvangen gelijk loon. Om Jezus’ wil. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...