De vrienden van Daniël staan in het dal van Dura voor de koning; maar in werkelijkheid voor het aangezicht van God. Van Hém hebben ze verwachting. Zelfs al zouden ze wél het vuur in moeten. Die kans is namelijk reëel. De vrienden redeneren er niet omheen. Ze zijn niet van mening dat de Heere hen voor elk mogelijk gevaar zal behoeden.
God
Waar het tijdgeloof van Nebukadnezar faalde. Waar een naamchristen in het uur van beproeving door de knieën gaat. Daar wordt een ware christen staande gehouden. Niet vanwege de kracht van hun eigen geloof. Maar vanwege de Heilige Geest Die Zelf het vuur aanwakkert in hun hart. Waar steunen zij op? Op de God Die machtig is te verlossen.
Duivel
Het is de Heere die zondaren verlost uit de machtige klauwen van de duivel. Hij redt van de overheersing door de boosheden in de lucht. De beïnvloeding van het denken van onze eeuw. Waar Hij het hart vernieuwt en op Hem richt, kan niets of niemand je meer uit Zijn hand rukken.
De duivel doet er alles aan om ons in zijn greep te houden. Groepsdruk, muziek, manipulatie, dreiging met de grootst mogelijke rampen; ja, met vuur en woede. Heel vaak verleidt hij ons echter op kousenvoeten. Door de vriendelijke vraag van een bekende, of iemand die je tegenkomt, om te participeren in iets waarvan je weet dat het niet kan. De duivel is een meesterverleider. Hij kent door zijn ervaring onze zwakke momenten en weet daarop in te spelen. In deze geschiedenis zien we echter dat de duivel zich verhult in het hele gebeuren; en tegelijkertijd onthult in wat er van hen gevraagd wordt.
Vaak stellen we onszelf de vraag: wat zit hier nu voor zondigs in. Maar is er sprake van buigen voor iets dat ons wegtrekt bij God vandaan. Een afgod die ons wel veel oplevert in dit leven, maar ons tegelijkertijd weghoudt bij Hem. Dan staan wij ineens in het dal van Dura. Zeker wanneer onze beslissing gevolgen kan hebben voor onze carrière, ons leven, onze toekomst. Wat nu? Onze God, die wij aanbidden, van Hem is de verwachting.
Komt erop aan
Soms bekruipt mij het gevoel dat we een soort fantoomchristendom belijden. Het heeft er alles van weg, maar het is niet echt. We kunnen er veel over zeggen, maar het gaat aan het echte leven voorbij. Hier bij Daniëls’ vrienden zien we echter dat het geloof een levende realiteit is. Bij hen wordt zichtbaar dat de Heere de Zijnen niet uit de spanning haalt, maar er hen middenin plaatst.
De mannen worden gebonden, opgepakt en werkelijk naar de oven gedragen. Met kracht worden ze erin gegooid, terwijl zij die hen erin werpen sterven van de hitte. Het moet dwars door het vuur heen.
De Heere schenkt Zijn nabijheid in het vuur. Hij zendt een engel om hen zichtbaar gezelschap te houden. Hij drijft de Zijnen wel tot in het vuur, maar doet hen daar niet alleen doorgaan. Onze God, Die wij aanbidden, is machtig. Dat blijkt hier.
Christus
Wie beseft dat Christus Zich gaf tot een offer voor de schuld van zondaren, beziet de beproevingen die ons in dit leven overkomen in een ander licht. Christus is de smeltoven ingegaan vanwege Gods toorn over de zonden. Geen enkele oven in dit leven is vergelijkbaar met de hitte die daar doorstaan is. Hij heeft het volbracht.