Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 23 oktober

Henoch toont ons geloof in de praktijk (1)

Iedereen gelooft wel ergens in. Is het niet in zichzelf, dan wel in een hogere macht. Diep in ons allen schuilt het besef dat er meer moet zijn dan het zichtbare. In gesprek met buitenkerkelijken kan het je op zichzelf al raken als je merkt dat iemand gevoelig is op dit punt. Dat er méér moet zijn. Maar is dat ook geloof? Is ieder besef dat er meer is, of zelfs dat God er is, ook werkelijk een teken van levend geloof? 

Aards geluk

Er zijn mensen die geloven in Gods goedheid voor hen. Hun geloofsbelijdenis reikt niet verder dan een bepaald besef dat er iemand zorgt en dat die dan ook goed voor ons zorgt. We komen dit ook tegen onder het christendom. De beweging van gezondheid- en welvaartsgeloof richt hier de aandacht op. Hoewel het waar is dat al het goede van God komt, is dit niet waar Hebr. 11: 6 op doelt. God beoogt meer dan ons aardse geluk. 

Waarheden

Er zijn mensen die geloof verstaan als een verzameling waarheden. Voor die waarheid staat men, strijdt men, leeft men. Inderdaad, de Schrift toont ons dat er sprake is van een geloofsleer. We mogen eenheid ontdekken in de Schrift en kunnen daarom een belijdenis vaststellen. Een waarheid voorstaan, is echter als zodanig nog geen geloof. Bij levend geloof gaat het om een relatie, om omgang met God; niet enkel om een set waarheden. 

Vaag bewustzijn

Er zijn mensen die geloof als tegenstelling ten opzichte van wetenschap plaatsen. Het is óf geloven, óf wetenschap bedrijven. Of uitgaan van een hogere macht, ófwel rusten op wat door de wetenschap bewezen is. De Bijbel toont ons echter die tegenstelling niet. Het geloof is niet enkel een vaag bewustzijn zonder weten; en de wetenschap is niet werkelijk te bedrijven zonder geloof in God. Het geloof zoekt verstaan. 

Ervaring centraal

Er zijn mensen die het geloof verstaan als een meditatievorm, omgang met het hogere. Sommige mensen blijken daar goed in. Die noemen we mensen met een diep geloof. We komen ze tegen onder christenen, onder moslims, onder boedhisten. Ze ervaren van alles, maar uiteindelijk is het in de kern van de zaak een opgaan in zichzelf. Dat is niet waar Hebreeën 11: 6 op doelt. 

Messias

De Hebreeënschrijver doelt op geloof in de Messias. De schrijver wil duidelijk maken dat de gelovigen in het Oude Testament het van dezelfde Zaligmaker moesten hebben als de gelovigen in het Nieuwe Testament. Dit geloof komt tot God, zoekt God. We kunnen niet tot God naderen buiten de Middelaar om. Buiten Jezus om is de Heere een verterend vuur. Zonder Christus kunnen we onmogelijk God behagen. De kennis van Christus zaligt.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...