Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 21 februari

Hij leidde hem tot Jezus (1)

Zie, het Lam van God! Twee van Johannes’ discipelen volgen op deze aanwijzing Jezus. Zij vragen waar Hij woont, willen bij Hem verblijven. Zij waren verlegen om het Lam. 

Lam in het Oude Testament

Het was bij Israël met een lam begonnen, toen de Heere hen uitkomst gaf vanuit hun positie van slavernij in Egypte. De vaders zochten een lammetje uit de kudde, of kochten er één, waarna zij het slachtten. Heel het gezin kon het meemaken. De oudste zoon hield wellicht de schaal met bloed vast, toen zijn vader het op de deurposten streek. Die nacht schuilden zij achter het bloed van het lam. De engel van de dood ging aan hen voorbij. 

Het bloed van het lam werd de poort waardoor ze hun vrijheid tegemoet liepen. Terwijl ze er eerst achter schuilden, mochten ze er later op terugzien. Toen en daar, bleek men veilig te zijn achter het bloed van een lam. 

Eeuwen later sprak Jesaja over een Lam. ‘Als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open.’ (Jes. 53: 7) Een Lam dat niet zou tegenstribbelen. Een Lam dat niet klagend zou blaten. Een Lam dat zich gewillig gaf. Inderdaad, het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt (Joh. 1: 29). 

Lam en leeuw

Toen Augustinus over deze geschiedenis preekte nam hij zijn luisteraars in gedachten mee naar een arena, waarin een schouwspel werd opgevoerd. Volgens hem was het schouwspel zo indrukwekkend dat van over heel de aarde werd meegekeken. Wat zag men? Een leeuw werd overwonnen door een bloedend lam. Hij kocht de mensheid terug met kostbaar bloed. Verloste hen uit de klauwen van een leeuw, als een bloedend lam. 

Hier loopt Hij. Het Lam van God. Johannes wees er al eerder op, gisteren toen Jezus ook voorbijkwam. ‘Ik heb gezien, en heb getuigd, dat Deze de Zoon van God is.’ (Joh. 1: 34). Hij verwijst zijn discipelen naar Jezus. Johannes moet afnemen, een stap terugdoen, in de luwte verdwijnen; zij moeten Jezus volgen. Dat is de juiste houding van een evangelieprediker. Wij mogen na de verkondiging van de boodschap een stap terugdoen. Als wij al lang uit beeld zijn, leeft Christus voort in de harten. 

Andreas

Eén van de discipelen die met Jezus meegaat is Andreas. Samen met een voor ons onbekende discipel – waarschijnlijk Johannes – volgt hij Jezus. In het Evangelie van Johannes is ‘volgen’ het centrale woord voor discipelschap (1: 43, 8: 12, 12: 26, 21: 19). 

Andreas is zo onder de indruk van het feit dat hij Jezus, de Messias heeft gevonden, dat hij eerst op zoek gaat naar zijn broer Simon. Ook hij moet ervan weten. Dat is altijd weer de reactie van een gelovige die Jezus leerde volgen. Dat je ook wilt dat anderen Hem zien.  Dat is Gods gewone weg. De één komt via het getuigenis van de ander tot de kennis van Jezus. 

Messias

Andreas kan er niet over zwijgen, hij moet het aan Simon vertellen. Ook zo één die er al lang naar uitziet dat de Messias komt. Hij zoekt hem op en zegt: ‘Wij hebben gevonden de Messias, hetwelk is, overgezet zijnde, de Christus.’ Hij heeft de Messias gevonden, wat je ook kunt vertalen met de Christus. Als het gaat om Jezus’ Naam, dan noemt de schrijver van het Evangelie de naam Jezus. Als het gaat om Zijn functie, dan spreekt hij over Christus. Johannes zei in 1: 20: ‘Ik ben de Christus niet’. Hier zegt Andreas: de Christus. Het gaat hier over de Gezalfde. 

Wie werden er gezalfd? Koningen, profeten, priesters. Als dé Messias, de Christus hier gekomen is, dan betreft dit de beloofde Profeet, Priester en Koning. 

  • Wees Mozes niet naar Hem vooruit als Profeet? (Deut. 18: 15). 
  • Wees Jeremia niet naar Hem vooruit als Koning? (Jer. 23: 5-6)
  • Wees Zacharia niet naar Hem vooruit als Priesterkoning? (Zach. 6: 13). 

Hier is Hij, de Messias. De beloofde Priester, Profeet en Koning. De Zoon van God. Later zal Pilatus het sarcastisch opmerken: 

  • ‘Welke wilt gij dat ik u zal loslaten, Bar-abbas of Jezus, die genaamd wordt Christus?’ (Matt. 27: 17). 
  • ‘Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: laat Hem gekruisigd worden.’ (Matt. 27: 22). 

Andreas

Zie je wat Andreas na zijn ontmoeting met Jezus doet? Hij getuigt van Hem. Elke keer dat Andreas wordt genoemd in het Evangelie brengt hij iemand tot Jezus. In Johannes 6: 8-9 het jongetje met de vissen en broden. In Johannes 12: 22 de Grieken die naar Jezus vroegen. Andreas is niet de man die gaat redeneren. Hij getuigt enkel van Wie Hij heeft ontmoet en nu volgt. Jezus, de Christus. Mijn Zaligmaker, mijn Koning. 

De wereld heeft Andreassen nodig. De gemeente heeft Andreassen nodig. Mensen waarover je niet veel hoort, maar als je over hen hoort is het omdat ze iemand bij Jezus brachten. Ze vragen niet veel aandacht voor zichzelf. Ze vragen aandacht voor Jezus. ‘Wij hebben de Messias gevonden, de Christus.’ Andreas overtuigt niet, hij getuigt. Hij leidt zijn broer tot Jezus.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...