Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 31 oktober

Hoe de discipelen zich verhouden tot Jezus (3)

Konden jongeren uit Jezus’ tijd voor zichzelf een rabbi kiezen, zo niet bij Jezus. Zijn discipelen kozen niet voor Hem, Hij voor hen. Op Zijn ‘volg Mij’ was het onmogelijk om te blijven waar en wie men was. Johannes moest zijn netten achterlaten, Levi zijn tolhuis, zij volgden Jezus. 

Grond

De grond van Gods liefde ligt niet in de discpelen, zo blijkt in Joh. 15: 16a. De Heere koos voor hen, in plaats van zij voor Hem. Niet op grond van iets in hen, maar vanuit redenen vanuit Hemzelf. Dit is een rode lijn door de Bijbelse boodschap. Dat bleek al bij Israël in Deut. 7: 7-8: ‘De HEERE heeft geen lust tot u gehad, noch u verkoren, om uw veelheid boven alle andere volken; want gij waart het weinigste van alle volken. Maar omdat de HEERE ulieden liefhad, en opdat Hij hield den eed, dien Hij uw vaderen gezworen had, heeft u de HEERE met een sterke hand uitgevoerd, en heeft u verlost uit het diensthuis, uit de hand van Farao, koning van Egypte.’ 

Bij elkaar

Johannes heeft een hoge opvatting van de verkiezing. Joh. 6: 37: ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ Daar zit troost in die verder reikt dan de grens van het leven, zoals blijkt in Joh. 6: 44: ‘Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.’ Schapen horen de stem van de goede Herder en zij volgen. Hen rest geen andere keuze. Hij heeft Zijn hand op hun leven gelegd. 

Johannes houdt verkiezing en verantwoordelijkheid altijd als twee sporen naast elkaar. Hij laat het ene niet los om het andere over te houden. Nee, hij zegt het beide. Geloof en verkiezing, het is voor hem geen tegenstelling. Het zijn twee sporen die je niet bij elkaar kunt brengen. De Heere wijst op onze verantwoordelijkheid, zelf staat Hij in voor Zijn werk. Christus is de spiegel van de verkiezing. 

Doel

Met welk doel is men uitverkoren? Wat hebben we daarvan gezien bij de uitleg van het beeld van de wijnstok en de ranken? Dat er vrucht zou komen! ‘En Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vruchtdragen, en dat uw vrucht blijve.’ (Joh. 15: 16b) 

Wat is die vrucht? Dat mensen op hun woord de toevlucht nemen tot Christus en vervolgens wervend in de wereld staan. Neem hierbij het zendingsbevel in gedachten. Matt. 28: 18-20: ‘En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.’

Het winnen van anderen tot de Heere, is het diepe verlangen van hen die Hem toebehoren. Aan dit verlangen ontspruit het gebed om vrucht op de verkondiging, uitbreiding van het Koninkrijk, meer lof voor de Heere. Daar geeft de Heere een machtige belofte bij: ‘Zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geeft’ (Joh. 15: 16c). Dit refereert aan Joh. 15: 7, wie in gemeenschap met de Heere leeft, ontvangt op het gebed. 

Dit is deel 3 in een serie van 4 over de vraag hoe de discipelen zich verhouden tot Jezus, naar aanleiding van Joh. 15: 14-17. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oproep tot omkeer

‘En hij zal velen der kinderen Israëls bekeren tot den Heere hun God.’ (Luk. 1: 16) De laatste profeet Maleachi was de...