De meest onthullende manier waarop duidelijk wordt hoe dit in ons leven ligt, blijkt in onze gebeden. Daarbij gaan het treuren over de zonde en de vreugde in God samen op. In het zien op Jezus, vindt de ziel vrede bij God. We leren ons overgeven aan Christus, zoals een gedaagde zich overgeeft aan de advocaat die voor hem pleit, in het vertrouwen dat de Heere Jezus de zaak zal verdedigen. Met dit verschil, dat in Zijn pleiten de vrijspraak verzekerd is. Hij brengt immers Zelf dat mee, wat nodig is tot redding van onze ziel.
Laten we maar eerlijk zijn: er zit ruimte in ons hoofd en hart tussen de overtuiging dat wat de Heere doet goed is; en het werkelijk beleven dat Zijn wil over ons leven het beste is. Komt dit niet juist in de overgave tot uiting? Niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde?
Luther
Melanchton zat erg te tobben over de situatie van de kerk, de lage stand van het geestelijk leven en alles wat daarmee samenhing. Zijn goede vriend Luther schreef hem een brief. Hij gaf daarin aan dat Melanchton zich erg zorgen maakte. Hij vraagt zich hardop af of God misschien gezegd heeft dat Philip Melanchton de wereld zou moeten regeren? Naar zijn weten was dit niet het geval. Wat restte hem dan anders dan zich over te geven aan God die regeert? Hij diende afstand te nemen van zijn behoefte om de dingen in de wereld in de hand te houden. Het over te geven aan de Heere. Alleen dat zou innerlijke rust en vrede geven. Zo zou er een deur ontstaan om de genade, de vrede, de vreugde binnen te laten. We dienen van onze schijnpositie in de wereldregering terug te treden en ons over te geven aan God. Nu reeds, in dit leven.
Dit terugtreden moeten we niet doen als we moegestreden, uitgeregeerd en uitgeput zijn. Dat is wel vaak hoe het bij ons gaat. Als we werkelijk geen andere weg meer weten, dan nemen we de toevlucht tot Christus. Nee, Hij heeft de strijd gestreden, Hij heeft het volbracht. Ons rest niets anders dan eerst en steeds weer de toevlucht tot Hem te nemen. In de belijdenis: niet Mijn wil, maar Uw wil geschiedde. In de verwachting: Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest. Daarmee geven we ons actief over aan de leiding, wijsheid en het oordeel van God. Leer mij volgen zonder vragen, Vader wat U doet is goed.
Heel het leven
Dit raakt niet alleen ons zielenleven. Dit raakt heel ons bestaan. Wij zijn geneigd om enkel ten aanzien van de staat van onze ziel de toevlucht tot Christus te nemen. Maar de Heere legt Zijn handen over heel ons bestaan. Vertrouw op de Heere, altijd en in alle omstandigheden. Naar ziel en lichaam, gezondheid en werk, heden en toekomst. Wij leggen niet onze gaven op het altaar, maar ons hele leven. Paulus prijst de gemeenteleden in Macedonië, als hij zegt: ‘En zij deden niet alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door den wil van God.’ (2 Kor. 5: 8). Heel hun leven aan God toegewijd.
Je gaat je verwonderen over Gods soevereiniteit. Zijn leiding in alle dingen. Je leert door de storm, door het donker, maar ook onder de warme stralen van Zijn liefde, de dingen zien als voortkomend uit Zijn hand. Eli luisterde naar de jonge Samuël die hem een ernstige boodschap van God doorgaf. Een klein jongetje, bij de oude priester. Onverhuld kwam de boodschap tot hem. Waarop hij antwoordde: ‘Hij is de HEERE; Hij doe, wat goed is in Zijn ogen!’ (1 Sam. 3: 18). Daar vinden we de gestalte van hen die Christus toebehoren in getekend. Hij doe wat goed is in Zijn ogen.