Te midden van het grote wereldgebeuren, dominante denkschema’s en heidense overmacht, zoomt de Bijbelschrijver in op enkele jongens. Hun kleine leven wordt door de Heere gebruikt om iets groots aan het licht te brengen. Namelijk Zijn hand die genadig vasthoudt en leidt, door alles heen.
Onopvallend
Waar de Heere Zijn wonderen toont, hoef je niet te kijken naar het grote wereldgebeuren. Wie bij het kleine op het oog niet veel beduidende levens stilhoudt, ziet daar wat genade uitwerkt. De gevolgen daarvan worden vervolgens op Gods tijd zichtbaar in de grotere verbanden. Nu in de tijd, of straks zeker in de eeuwigheid. Als Zijn Koninkrijk aan het licht komt.
Verontreinigen
Op zo’n 1400 km van huis, ver buiten de sociale invloedssfeer van zijn ouders, horen we dat een jongeman zich iets voorneemt in het hart. Hij besluit niet te eten van het eten van de koning. Hij wil zich er niet mee verontreinigen (Dan. 1: 8).
Vaak wordt dit woord gebruikt in relatie tot godsdienst. Daniël vindt het prima om groenten en plantaardig voedsel te eten. Van het vlees en de wijn doet hij echter in dit geval afstand. Zou het aan de goden geofferd zijn? Maakt het vlees als zodanig onrein vanwege de Joodse spijswetten? Ook dat kan een overweging zijn. Hij wil niet vervallen in zonde voor Gods aangezicht, hoewel ver van huis in Babel. Daniël wil tevens niet assimileren. Ondergaan in de omgeving. Door niet alles mee te eten, worden hij en zijn vrienden er meerdere keren per dag aan herinnerd dat zij anders zijn dan de rest.
Aftasten
Fier overeind staan voor wat de Heere van je vraagt, maakt niet luidruchtig. Oprechtheid is wat anders dan botheid. We zien Daniël niet spreekwoordelijk als een olifant door de porseleinkast van het Babylonische hof gaan; onder het motto ‘God wil het’. Hier is geen sprake van fanatisme. Nee, Daniël blijft in verbinding met zijn omgeving en tast de mogelijkheden af. Allereerst via Aspenaz, de overste van de kamerlingen. Die durft het niet aan. Vervolgens richt Daniël zich op Melzar. Hij stelt een proef van tien dagen door. De Heere zegent zijn voornemen en schenkt een goede uitkomst. Voortaan leven zij van eenvoudig en niet verontreinigd voedsel.
Gods mogelijkheden
Zien we wat hier gebeurt? De Heere toont dat wat voor ons onmogelijk lijkt vanwege de grote structuren en de allesbeheersende opvattingen, in het klein toch mogelijk blijkt. Wat hier gebeurt doet denken aan Salomo’s gebed bij de oplevering van de tempel. Hij beseft dat wegvoering mogelijk is, in de toekomst, vanwege de zonde van het volk. Hij bidt: ‘En vergeef aan Uw volk, dat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en al hun overtredingen, waarmede zij tegen U zullen overtreden hebben; en geef hun barmhartigheid voor het aangezicht dergenen, die ze gevangenhouden, opdat zij zich hunner ontfermen. (1 Kon. 8: 50).
Als de Heere een hart neigt, kan niets dat keren. Dat doet ons in vergelijkbare omstandigheden als Daniël niet allereerst zien op wat verhindert, maar op de Heere. Voor Daniël ging de eer van de Heere boven dat wat mensen van hem vroegen. De Heere toonde aan Daniël dat voor Hem het schijnbaar onmogelijke eenvoudig is.
Geestelijke strijd
Het is ondenkbaar dat je op eigen kracht staande blijft in een geestelijke strijd. Wie buiten Christus is, buigt mee zodra het meebuigen meer oplevert dan het tegenstaan.
Toch plaats ik daarbij een kanttekening. Wie enkel in uiterlijke vorm God dient, kan wellicht tijdelijk door fanatisme gegrepen worden en op die manier denken staande te blijven. We kunnen zelfs als martelaar optreden, zonder Hem werkelijk te dienen. Strijden voor een opvatting betekent immers nog niet dat we de Heere werkelijk liefhebben. De Heere peilt echter het hart en kent onze overwegingen. Hij ziet of het de liefde is die ons dringt, of niet.
Dure prijs
We zijn geborgen in Christus, of staan voor eigen rekening. Een moedige daad zal ons niet zaligen. Fanatisme of martelaarschap evenmin. Alleen het bloed van Christus reinigt van alle zonden.
De keuze van Daniël komt op vanuit liefde tot de Heere, met wie hij drie keer per dag omgang zoekt in het gebed. De Heere heeft Zijn hart ingenomen, de schuld verzoend; er liefde tot Hem in uitgestort. Als we God leren kennen, krijgen we tevens zicht op onszelf. Ontluisterend om te beseffen dat we tegen zoveel goedheid zondigden. Het heilige besef wordt geboren dat we met onze zonden God oneer aandoen. Dat we liggen in de handen van een toornende God, vanwege de zonden.
Is die situatie hopeloos? Op Golgotha zien we zowel Gods rechtvaardigheid als Zijn barmhartigheid in uitvoering. Hij deed Zijn toorn over de zonden neerkomen op Zijn eigen Zoon, tot verzoening van de schuld van zondige mensen. De straf die ons de vrede aanbrengt, is op Christus neergekomen. Zwaar klonken de hamerslagen op Golgotha. Daar liet Hij zich verbrijzelen, om zondaren van de ondergang te redden. Daar is de dure prijs betaald. In dit bloed is verzoening mogelijk, ook voor de grootste zondaar (1 Joh. 2).
Daniëls’ houding in Babel was vrucht, geen oorzaak, van Gods genade.