Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 20 april

Jozua ontmoet een Strijder (1)

Jozua verlaat het tentenkamp bij Gilgal, na het vieren van het Pascha. Hij is een leider en strijder. Met eigen ogen wil hij de situatie rondom Jericho in ogenschouw nemen. In de stilte. Aftastend wat wijs is. Hem komt Iemand tegemoet.

Ontmoeting

Jozua heft zijn ogen op en ziet een Man. Hij roept in Jozua de strijder wakker. Is het er één van het eigen volk, of niet? Het uitgetrokken zwaard doet hem niet terugdeinzen, maar dichterbij komen. Strijders naderen tot elkaar, peilend wie de ander is. ‘Bent U van ons, of van onze vijanden?’ 

De Man die daar staat met Zijn uitgetrokken zwaard blijkt ‘De Vorst van het heir des HEEREN’ te zijn. Het is dezelfde Engel van het verbond die kwam bij Abraham onder de eik bij Mamre; en bij Jakob aan de oever van de Jordaan bij Pniël. Het is een Oud Testamentische verschijning van de Zoon van God. 

Jozua beseft dus dat de Strijder die hij ontmoet aan zijn kant staat. Toch geeft dat niet de ontspanning die je wellicht zou verwachten. Hij nadert niet tot Hem als een wapenbroeder, soldaten onder elkaar. Nee, hij valt op de grond en aanbidt.

Heilig

Jozua blijft er niet bij op de benen. Hij buigt voor de heiligheid van God. Als het gaat om Gods eigenschappen is de heiligheid van God de enige die in drievoud wordt herhaald. ‘Heilig, heilig, heilig is de Heere der Heirscharen. De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol.’ (Jes. 6: 3). 

Iets van dat ontzag moet Jozua hier ervaren hebben. En dat raakt ook ons. Niet alleen als we voor het eerst bidden tot de Heere in het besef van een zondaar te zijn voor Hem. Maar ook in de aanhoudende omgang met Hem. Hij is de heilige God, die doet buigen. Diep buigen. In aanbidding. In totale overgave. In het besef dat Hij ons, niet wij Hem, de weg wijzen die voorligt. Het is alleen vanwege Zijn genade en ontferming dat Hij het met ons uithoudt; en wij met Hem. Hij is de eerste, altijd weer. 

Overgave

‘Wat spreekt mijn Heere tot Zijn knecht?’ Jozua spreekt God aan vanuit de verhouding knecht-heer. Zoals ook Mozes, Samuël, David en Elia doen. Het is alsof we op de achtergrond Paulus horen spreken onderweg naar Damascus: â€˜Heere, wat wilt U dat ik doen zal?’ Waar de Heere ons tegenkomt, daar kunnen en willen we niet anders dan heel ons leven in Zijn dienst stellen. Waar de Heere ons zicht geeft op Hem, volgt zelfovergave. Steeds opnieuw. 

Sinds Genesis 3 is de omgang met God in directe zin verbroken. De breuk is diep en door mensen onheelbaar. Christus Zelf herstelt de breuk en schept hernieuwde omgang met God. In Christus is er gemeenschap met God.  

Ik ben gekomen

Als antwoord geeft de Heere de opdracht om de schoenen uit te doen. Hier zien we hoe de Heere zelf de verbinding maakt tussen Mozes en Jozua. Mozes deed zijn schoenen uit bij de brandende braambos, Jozua bij de Vorst van het heir des Heeren. 

Bij de brandende braambos openbaarde de HEERE zich als de ‘Ik zal zijn die Ik zijn zal’. Jahweh, de almachtige God van het verbond. Die in trouw dacht aan Zijn volk. Hen zou verlossen uit Egypte. Hier in Jozua 5 spreekt de Heere: ‘Ik ben nu gekomen.’ Waartoe? Om voor Zijn volk te strijden. Waarbij de belofte van overwinning straks reeds gegeven wordt. Hij zal strijden, het volk juichen (Joz. 6). 

Oordeel en verlossing

Christus toont Zijn koninklijke macht en waardigheid. Het uitgetrokken zwaard toont Zijn strijdvaardigheid. Het duidt op de oordelende God, die uitgaat met het zwaard. Wat hier in Kanaän te gebeuren staat, doet denken aan wat de Psalmdichter beschrijft in Psalm 2. Wie niet buigt en aanbidt, ontmoet in de Zoon van God een tegenstander. 

Hier staat de Prins, de Vorst van het heir der heirscharen, voor Jozua. Nu in de gestalte van een Strijder. Eeuwen later komt Hij opnieuw. Dan in de gestalte van een Knecht. Immanuël, God met ons; verlossend nabij. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...