Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 20 juni

Leven als erfgenamen van het Koninkrijk van God (1)

In de eerste verzen van Efeze 5 maakte Paulus duidelijk wat het betekent om imitators van God te zijn, als geliefde kinderen. Als de apostel duidelijk maakt hoe dit er in de praktijk uitziet, wijst hij concreet een aantal dingen aan. Hoe niet? Wat wel? 

Christenen

Het is van belang om daarbij te beseffen dat hij dit niet zegt tegen mensen op straat, niet tegen heidenen die nog in het heidendom leven, maar hij spreekt de gemeente erop aan. Zij zijn immers ‘heiligen’ (3), zij zijn erfgenamen van het Koninkrijk van Christus en van God (5). Zij wandelden eerst in de duisternis, maar nu wandelen zij in het licht (8). 

Het leven in navolging van Christus heeft consequenties. Het kan niet anders, dan dat er een verlangen komt om de zonden te mijden. We worden in een geestelijke strijd geroepen, zoals blijkt in Galaten 6. Een christen verlaat stad Verderf en kiest het smalle pad, met vallen en opstaan. 

Veenbrand

Paulus noemt in Ef. 5: 3-8 een aantal concrete zaken waar een christen zich niet meer mee bezig dient te houden. Dingen die in de maatschappij destijds tot de volkszonden behoorden, maar die we ook vandaag herkennen. Onder de oppervlakte woeden deze zonden als een veenbrand, die soms zichtbaar wordt. 

Het kan zijn dat er onbeleden zonden in je leven zijn, die steeds weer terugkeren in je gedachten. Je houdt ze aan de hand. Die liggen als een waakhond voor de deur te slapen. Zolang je de deur niet uitgaat, heb je er geen last van. Maar zodra je de deur opendoet, beginnen ze te blaffen. Maar of ze nu blaffen of niet, ze liggen er. Deze zonden dienen beleden te worden. Onze gewetens dienen gereinigd te worden door het bloed van Christus. 

Concreet

Paulus kiest een aantal concrete zonden uit, waarvan hij weet dat deze onder de Efeziërs hun verleidende invloed hebben. Hij noemt drie dingen: Laat hoererij, onreinheid of gierigheid onder u niet genoemd worden. Let wel: seksualiteit is een mooie en kwetsbare gave van God. We krijgen het uit Zijn hand, in de veiligheid van liefde en trouw. De duivel gebruikt echter vaak dit terrein om te verlokken tot zonde. Laten we deze woorden wat verder verkennen. 

1. Hoererij 

Voor het woord hoererij staat hier in het Grieks ‘porneia’, je kunt het vertalen met ‘ontucht, hoererij’. Het gaat hier om elke vorm van zonden op seksueel gebied. Denk aan geslachtsverkeer vóór of buiten het huwelijk, incest, ontrouw, etc. We komen deze zonde ook tegen in de zondenlijsten van Paulus in Rom 1: 29: ‘Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid, vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid.’ Zo ook in Gal. 5: 19: ‘De werken van het vlees nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinheid, ontuchtigheid.’ En tenslotte in Kol. 3: 5: ‘Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.’ 

Zijn deze zonden onder ons? Uit een onderzoek onder christelijke jongeren in 2019 bleek dat ruim de helft aangaf porno te kijken (Beam, 2-2019). Zo’n 88% van de vrouwen schaamde zich daarna en 92% van de mannen. Van de dertienjarigen gaf bijna tweederde van de pornokijkers aan zich verslaafd te voelen. Dat er niet over gepraat wordt, betekent dus niet dat het er niet is. Het beïnvloedt je denken, verwachtingspatroon en handelen. Anno 2022 hebben we dus te maken met een breder veld dan alleen de praktijk van ontrouw, maar ook de vloed aan materiaal waardoor we in aanraking komen met allerlei vormen van seksueel gedrag buiten de grenzen van het huwelijk. Dit heeft consequenties voor ons denken, want wat je regelmatig ziet daar ga je aan wennen. Het heeft gevolgen voor de praktijk.

2. Onreinheid

Het tweede woord dat Paulus gebruikt is ‘onreinheid’. Dit doet denken aan seksuele zonden; daar verbindt Paulus het vaak aan. Maar het kan om meer gaan dan dat. Onreinheid is het tegenovergestelde van heiligheid. De Schriftgeleerden leefden op het oog keurig, maar waren vol van onreinheid. Jezus noemde hen daarom witgepleisterde graven.

3. Gierigheid

Het derde woord dat Paulus noemt is gierigheid, dat je ook kunt vertalen met ‘hebzucht’. Het is afgeleid van het woord hebzuchtige of uitbuiter. Je wilt altijd meer hebben dan nu, je bezit is een vorm van afgoderij. Petrus waarschuwt dat juist dwaalleraars nogal eens in deze zonde vervallen. Dat het je om bezit te doen is. Bezit kan tot een afgod worden. 

Rein in spreken

Paulus laat het niet bij het aanwijzen van zonden die seksualiteit, onreinheid en hebzucht raken. Hij toont in Efeze 5 dat niet alleen het doen, maar ook het spreken van christenen gereinigd dient te worden.

Iemand die gewassen werd in het bloed van Christus dient een geheiligd gesprek te voeren. Als je nieuwe kleren hebt, probeer je ze vlekvrij te houden. Hoeveel te meer een geheiligd lichaam. We zijn niet gekocht met zilver of goud, maar met Christus bloed. Je bent deel van Zijn lichaam. Het kan toch niet zo zijn dat je als deel van Zijn lichaam deze zonden aan de hand houdt? Het kan toch niet zo zijn dat je grapjes en praat doorspekt is van dit type zonden? Zowel op seksueel als materieel terrein? 

Zinloze en zondige praat verhardt het hart. Je dooft er de Geest mee uit. De gemeenschap met de Heere raakt verstoord. Het maakt het moeilijker om tot schuldbelijdenis te komen, om werkelijk berouw te hebben. Het is alsof er een dikke laag zand op je gevoelsleven gestort wordt. Het verkilt de omgang met God. 

Psalmen

Wat blijken wij mensen struikelaars. Daarom spreken de Psalmen zo aan. Daarin klinkt de klacht, de belijdenis, de verlossing. Waarbij alles zich buiten onszelf, op Christus richt. Hij is onze zaligheid. Buiten Hem liggen we verloren. 

Wat dan wel? Dat maakt Paulus duidelijk in het vervolg, zoals we zullen zien in een volgende aflevering van een drieluik over dit onderwerp. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...