Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 3 oktober

Opvoeden van hart tot hart (1)

Paulus spreekt de jongeren in Efeze 6: 1-4 niet aan als jonge heidenen, maar hij spreekt hen aan in de verhouding waarin zij tot God staan. Namelijk als jongeren die apart zijn gezet, die de belofte dragen. Hij gebruikt bij dit alles de verhouding tot God als een plaatje voor de verhouding tot de ouders. Dus zoals je de Heere dient, uit liefde; zo dien jij ook je ouders uit liefde. Je bent immers in een relatie tot hen geplaatst. In een verbondsrelatie. Het zijn kinderen waar de Heere een bijzondere bedoeling mee heeft. 

Verbond

Je hoeft nooit te denken dat de Heere jou niet kent, niet van je bestaan afweet. Hij weet alle dingen, Hij kent ieder schepsel, zelfs de mieren tussen de tegels. Maar in het bijzonder verbond Hij Zijn Naam aan jou als kind. Dat schept een verantwoordelijkheid, richting God en richting je ouders. Je hebt je ouders namelijk van de Heere gekregen, dat is duidelijk geworden bij het doopvont. Je werd niet door een ouderling ten doop gehouden, of door een favoriete tante, maar door je ouders. Zij hebben antwoord gegeven op de hen gestelde vragen. Zij staan daarmee voor het aangezicht van God. En jij met hen. 

Gehoorzaam

‘Jullie, kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere’. Wees gehoorzaam, letterlijk staat hier ‘gehoor geven aan’ of ‘luisteren naar’. Eigenlijk wil het zeggen dat je je aan iemand onder geschikt maakt. Onder-horen (hup-akouo). Dus je stelt je er niet naast, je vader is je maatje niet. Je stelt je er niet boven, je vader is je voetveeg niet. Maar er onder, je vader is degene die blijkbaar iets over je heeft te zeggen. Net zoals in Paulus tijd slaven aan hun heer gehoorzaam waren, de man aan de vrouw (1 Petr. 3: 6) en de gelovigen aan Christus (Hebr. 5: 9). Niet omdat je moeder eigenschappen heeft die daar altijd aanleiding toe geven. Niet omdat je vader altijd de ideale vader is. Maar omdat we de Heere gehoorzaam zijn en daarom ook je ouders. Jij koos immers niet voor je ouders, maar je krijgt ze van Hem. 

In de Heere

‘Wees je ouders gehoorzaam in de Heere’, zo zegt de tekst. Dit betekent dus dat je in het dienen van hen de Heere dient. Maar als zij iets van je vragen dat tegen Gods wil ingaat, voel je met mij aan dat je dit niet kunt doen. Vanuit het liefhebben van Christus, ontstaat het verlangen om Hem en je ouders te dienen. 

Dit betekent dus ook dat wat zij vragen tot eer van God dient te zijn. Het gehoorzamen van je ouders in dingen die rechtstreeks tegen Gods woord ingaan, dat gaat niet. Wanneer je vader voorstelt om samen naar een casino te gaan, mag je dat gerust weigeren. Wanneer je vader met het hele gezin een film wil kijken met een seksscène erin, heb je alle ruimte om aan te geven dat je daar niet aan meedoet. Hoe kan de Heere daarin geëerd worden? Dit betekent niet dat je stampij gaat maken. Je geeft eenvoudigweg aan dat je omdat je de Heere liefhebt, dit voor je geweten niet kunt. Verder laat je het bij je vader, hij staat persoonlijk voor God. Niet jij in zijn plaats. Wanneer je vader over je grenzen heengaat, omdat hij gewelddadig is in het gezin, of jouw schade aanbrengt, dan mag hij niet met een beroep op deze tekst eisen dat je het onder de pet houden. Want hij mag jou niet misbruiken. 

Jezus 

Misschien heb jij wel eens het gevoel dat je de dingen eigenlijk beter ziet dan je ouders. Zij begrijpen er wel iets van, maar jij hebt toch meer overzicht dan zij. Ik ken er nog zo Eén. Dat was Jezus. Als twaalfjarige waren de mannen in de tempel diep onder de indruk van Zijn kennis. Hij kon met hen discussiëren als een volwassene. Toen Zijn ouders Hem na drie dagen zoeken vonden, gaf Hij aan dat Hij moest Zijn in de dingen van Zijn Vader. Dit moest dus gebeuren, omdat Zijn Vader in de hemel van een hogere orde was dan Zijn vader op de aarde. Maar vervolgens lezen we in Luk. 2: 51: ‘En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig.’ 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...