Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 6 oktober

Opvoeden van hart tot hart (3)

In Paulus’ dagen was de vader de onbetwiste verantwoordelijke voor het gezin. Je kunt dus voor het aangezicht van God niet naar je vrouw wijzen, maar hebt zelf eerst je verantwoordelijkheid te nemen. Samen met je vrouw mag je zo de Heere dienen in het opvoeden van je kinderen, met vallen en opstaan. 

Niet tot toorn

De woorden van Paulus aan de gemeente van Efeze: ‘En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn’, vinden we ook in zijn brief aan de Kolossenzen. In een iets andere vorm: ‘Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.’ (Kol. 3: 21). Blijkbaar kan dit, dat je je kinderen met je gedrag aanzet tot boosheid. 

Het gaat hier om een heel sterk woord voor boosheid. Niet zomaar verbolgen zijn of woedend worden, wat het gewone woord al betekent. Maar Paulus plaatste er een voorvoegsel voor (para), dat het woord versterkt. Je kunt je kinderen blijkbaar zwaar geïrriteerd, of woedend maken door de manier waarop je hen behandelt. Dát is niet de bedoeling. Grenzen stellen is goed, maar er zijn grenzen aan de manier waarop je grenzen stelt. 

Zo niet

Een uitlegger (Hendriksen) geeft verschillende manieren waarop we onze kinderen kunnen aanzetten tot woede: 

  • Als we overbeschermend zijn: dan willen we hen zo graag voor gevaren bewaren, omdat we bang zijn dat hen van alles overkomt, dat we bij voorbaat in de remmen gaan. Een kind dient echter ook te leren van de gevolgen van zijn gedrag, we kunnen een kind niet voor alles behoeden. Er is ruimte nodig om te kunnen leren. Veel van ons overbeschermende gedrag hangt samen met onze eigen angst. Je kunt niet eerst zwemmen leren en daarna voor het eerst het water ingaan. Een vogeltje moet het nest uit, om te kunnen leren vliegen. 
  • Als we een kind voortrekken: een dramatisch voorbeeld daarvan is de situatie bij Isaäc en Rebekka die allebei een voorkeurskind hadden. De stelregel die ik thuis meekreeg is heel eenvoudig: allemaal even lief. 
  • Als we hen bij voorbaat ontmoedigen: Papa, ik wil dokter worden! Dat zal niet gaan, dat kun je niet. Vergeet het maar!
  • Als we hen eigen ideeën ontzeggen: Bij het volwassen worden krijgt een kind eigen ideeën over het leven. Er komt een moment dat je je kind los moet laten, ook in zijn ideeën. Een kind zal zijn vader en moeder verlaten. Je krijgt geen kopie van jezelf, maar een kind dat opgroeit tot zelfstandigheid. 
  • Als we hen negeren: Davids oplossing voor de problematiek met Absalom was om hem te negeren. We weten hoe dit is geëindigd. 
  • Door bittere woorden en geweld: Je kunt een kind geweldig kwetsen door het gebruik van bittere woorden, verwijtende taal, voortdurend negatief benaderen. Zoals een vader van een bijna volwassen jongen van de week eens me zei: ik moet oppassen dat ik niet bitter tegen hem doe. Ook geweld kan écht niet. Wie zich door drift laat leiden bezondigt zich tegen zijn gezin, maar ook voor het aangezicht van de Heere. Wie daarin doorgaat krijgt niet alleen met de aardse rechter te maken, maar je hebt nu reeds met de hemelse Rechter te maken. 

Hoe dan wel? Dat wordt duidelijk in een volgende aflevering van deze blogcast. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...