Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 9 oktober

Opvoeden van hart tot hart (4)

Paulus is helder over wat niet de bedoeling is, maar wat is dan wel de bedoeling? Dan worden er drie woorden gebruikt die duiden op wat er wél moet gebeuren: ‘opvoeden’, ‘lering’ en ‘vermaning’ van de Heere. Laten we deze woorden langsgaan om helder te krijgen wat de Heere van ons vraagt. 

Voed hen op

Het woord dat Paulus hier gebruikt voor ‘opvoeden’ (ek-trepho’), betekent dat je iets door voeding tot ontwikkeling brengt. We zeggen hier niet voor niets in Zeeland: zo zijn ze opgekweekt. Het is echter maar niet voeden zondermeer, niet enkel eten geven; maar het gaat hier om opvoeden. Een bepaalde richting op voeden, die richting versterken. 

Het woord wordt door Paulus ook gebruikt voor het onderhoud van het lichaam, als voorbeeld voor het huwelijk. Zoals je voor je lichaam zorgt, zo zorgt de Heere voor de gemeente, zo zorgt Christus voor Zijn bruid; en zo heb je dus ook als ouders voor je kinderen te zorgen. Niet doelloos, maar met een doel voor ogen. We ontvingen kinderen voor het Koninkrijk. Kinderen kregen het teken van het verbond, als paspoort van het Koninkrijk. 

Hoe? 

Waarin hebben we onze kinderen op te voeden? ‘In de lering en vermaning van de Heere’. Voor ‘lering’ gebruikt Paulus een woord dat we kennen van pedagogen, bijvoorbeeld van de buurtpedagoog: ‘paideia’. Dit betekent dat we hen opvoeden bij het Woord van God (2 Tim. 3: 16). Daardoor laten we ons leiden en daarin leiden we onze kinderen. 

Dit gaat niet zonder dat we hen eerlijk de spiegel van het Woord van God voorhouden. Juist als de klei nog zacht is dienen we hen daarin te vormen. Het geweten te vormen. Richtinggevend. 

Het volgende woord klinkt als een ‘vermaning’ en dat is het ook. Je kunt het ook vertalen met ‘waarschuwing’. Het gaat hier dus om een woordcombinatie van ‘onderwijzing en terechtwijzing’. 

Wellicht dat het eerste woord meer duidt op de gedragsregels en het tweede woord meer op de emotionele vorming. Soms moet je een kind lichamelijk bijsturen, soms zijn woorden genoeg. Maar in beide gevallen met als doel het op te voeden. Voor wijsheid hierover kun je in de Bijbel te rade gaan in Deuteronomium 6 en 11 en in Spreuken 1-8. 

Bij Eli lezen we dat God het hem kwalijk neemt dat hij zijn zonen nooit is tegengekomen in hun gedrag. Hij heeft het allemaal laten lopen. (1 Sam. 3: 13). Gevolg? Het raakt niet alleen het gezin, het raakt de eer van God. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...