Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 22 februari

Rachab: een beroep op goedertierenheid (2)

Op Jericho’s muur klinkt geloofstaal. Terwijl de omstandigheden in niets laten zien dat werkelijk kan gebeuren wat Rachab en de verspieders voor ogen hebben. Niet zien, en toch geloven.

Goedertierenheid

Het geloof van Rachab blijkt uit haar woorden. Zij onderwerpt zich aan de Heere. Rachab beseft dat heel haar volk onder zal gaan. Maar de Heere doet haar door het oordeel heen zien, tot op Hem bij wie ontferming is. Daarom doet zij een beroep op Jahweh, via de verspieders. ‘Zweert mij toch bij de HEERE’. 

Ze spreekt de Heere aan op Zijn chesed. Zijn goedertierenheid. Een woord waaruit loyaliteit binnen een verbondsrelatie blijkt. Het is een beroep op de standvastige liefde die tot uiting komt in een relatie van trouw. Zij spreekt de Verbondsgod, via de verspieders, aan met verbondswoorden. 

Toevlucht

Een hoer doet een beroep op goedertierenheid. Vanwege de goedertierenheid die zij toonde. Is dat niet wat al te vrijmoedig? Haar hele leven toonde toch ontrouw? Deze vrouw was vanuit zichzelf onbetrouwbaar. Maar daar waar de Heere iemand voor Zich inwint, daar vernieuwt Hij het hart. Daar strekt de onbetrouwbare zich uit naar de Betrouwbare, omdat de Betrouwbare zich van eeuwigheid uitstrekte naar de onbetrouwbare. Wie eerlijk wordt, beseft geen recht te hebben, maar ziet tevens dat de Heere nodigt om een beroep te doen op Zijn goedertierenheid. Hij is het die ons in beweging zet naar Hem toe. Hij heeft Rachab verkozen en dat doet haar tot Hem de toevlucht nemen. Een hoer neemt tot Hem de toevlucht, vanwege Zijn goedertierenheid. Een heidense neemt de toevlucht tot de Verbondsgod van Israël, vanwege Zijn ontferming. 

Antwoord

De verspieders beantwoorden haar verzoek met een belofte. Zij stellen zich met hun leven voor haar borg: ‘Het zal dan geschieden, wanneer de HEERE ons dit land geeft, zo zullen wij aan u weldadigheid en trouw bewijzen.’ Rachab vertrouwt haar leven toe aan de HEERE, op Wie zij haar verwachting stelt. De verspieders zien op de HEERE en stellen daarom hun leven voor haar in de waagschaal. Zij willen niet alleen hun leven geven, maar verplichten zich daartoe voor Gods aangezicht.

Waarteken

Rachab vraagt om een teken en ze krijgt een teken. Meerdere zelfs. Allereerst de eed van de verspieders, waarbij zij in de Naam van de Heere trouw beloven. De Heere laat geen van Zijn beloften op de aarde vallen. Hij zal Woord houden. 

Als de mannen echter even later onder aan de muur staan, dan verbinden zij er ook een zichtbaar teken aan. Een teken dat herkenbaar is voor het volk als ze de stad Jericho straks in beeld krijgen. Wat moet zij doen? Een scharlakenrood koord aan het venster van haar huis binden. Als een wederzijdse herinnering aan de onderling gedane belofte. Nee meer, als een herinnering aan de beloofde goedertierenheid en trouw van de Heere. 

Een ‘teken’ wordt het genoemd. Zoals de Heere ook in Ex. 12: 13 een teken liet aanbrengen, waarachter men kon schuilen. Het bloed aan de post van de deur. Het teken is het behoud zelf niet. Het verwijst ernaar.

De tekenen die de Heere laat aanbrengen om Zijn goedertierenheid en trouw te betonen, verwijzen naar de redding die wacht. Hij geeft ze, opdat het in herinnering brengt bij Wie de redding vandaan komt. Tot Hem heeft om Christus’ wil nooit iemand tevergeefs de toevlucht genomen. Het is volbracht. De Heere Zelf zet daartoe in beweging en doet het van Hem verwachten.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oog krijgen voor wat ertoe doet (2)

Je kent met mij die grote plaat, van de brede en de smalle weg. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en...

Oog krijgen voor wat ertoe doet (1)

‘Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het...

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...