Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 20 maart

Simon buigt en volgt op Jezus’ Woord (2)

Simon ‘ziende’ valt neer aan Jezus’ knieën. Het is alsof in Lukas 5 het Oude Testament hier weer tot leven komt. Een man komt onder de indruk van Gods majesteit. De Heere raakt hem aan door het gebeuren met de vissen en Simon raakt overweldigd door een besef van Gods heiligheid en majesteit. 

Ontmoeting

Denk aan wat Jesaja zei, toen hij in de hemel blikte: ‘Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben den Koning, den HEERE der heirscharen gezien.’ (Jes. 6: 5) Denk aan Ezechiel die de gedaante van de heerlijkheid van de Heere tegenkomt. ‘En als ik het zag, viel ik op mijn aangezicht, en ik hoorde een stem van Een, Die sprak.’ (Ez. 1: 28) Of denk aan Mozes’ roeping bij de braambos, waar we de Heere horen zeggen: ‘Nader hier niet toe; trek uw schoenen uit van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig land.’ (Ex. 3: 5). 

In het Oude Testament riep de Heere Zijn knechten geregeld met een godsverschijning. Dit werkte een diepe indruk van Zijn majesteit en heerlijkheid uit in het hart. Voor Simon, voor de eerste lezers van het Lukas-evangelie, voor ons vandaag, wordt hier duidelijk Wie Jezus is. De Zoon van God. De Engel zei het reeds tegen Maria: de Heilige Geest zal je overschaduwen, omdat dit Kind heilig zal zijn. Het zal de Zoon van God genoemd worden. De uitwerking van Jezus wonderen had steeds weer dit doel; het besef dat Gods Zoon Zich toonde. Denk aan de opwekking van het kind in Naïn, waarbij we lezen: ‘En vrees beving hen allen.’ Heilig ontzag. Waarom? ‘God heeft Zijn volk bezocht.’ (Luk. 7: 16). Heilig ontzag, dat is de uitwerking van Jezus’ aanwezigheid op mensen.

Uitroep

‘Heere! Ga uit van mij; want ik ben een zondig mens!’ Simon wordt geconfronteerd met de majesteit, de heiligheid van God. Als vanzelf confronteert hem dit met wie hij zelf is, onheilig, zondig. Als onheilige een confrontatie hebben met de heiligheid van God, betekende het einde. Denk aan wat Manoach zei tegen zijn vrouw, toen de Engel van de Heere hen verscheen: ‘Wij zullen zeker sterven, omdat wij God gezien hebben.’ (Richt. 13: 22).  

Niet enkel door naar binnen te kijken, worden wij onze zonden gewaar. Door op Jezus te zien, ontdekken wij hoe het er met ons voorstaat. De Heere confronteert ons met Zichzelf. Voordat iemand Gods woorden kan spreken, moet hij gebroken worden in de aanwezigheid van God. Om door Hem weer opgericht te worden. Het is een voorwaarde voor vruchtbaar dienen. 

Simon Petrus zegt niet iets fout te hebben gedaan. Hij vraagt niet met de rijke jongen: ‘Wat ontbreekt mij nog?’ Hij pleit zichzelf niet vrij, zoals de farrizeeër. Als het in ons leven tot een confrontatie komt met de Heere, erkennen we met Simon Petrus: ‘Ik ben een zondig mens.’ Denk aan wat Paulus zegt in Rom. 7: 18: ‘Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.’ Het wonder van Jezus brengt een nieuw besef van zijn eigen zondigheid en Jezus’ heiligheid. Simon had meer wonderen gezien, maar deze kwam binnen. Hier besefte hij als visserman dat dit al zijn mogelijkheden te boven ging. Hij buigt voor Gods majesteit. 

Afhankelijk

Is dat niet juist waarvoor Jezus kwam? Zal hij straks niet opmerken in Luk. 5: 32: ‘Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering.’ En in Luk. 19: 7 horen we bij de geschiedenis van Zacheüs: ‘Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen.’ Voor wie kwam Jezus? Voor zondaren. Wie schakelt Jezus in? Zondaren. Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens! Een mens om het niet bij uit te houden. Ja, daar houdt Jezus het mee uit, omdat Hij je niet laat wie je bent; maar vormt tot wat Hij voor ogen heeft. Uit genade. 

Een gelovige is als een klimoprank, die zich vasthoudt aan de boom Jezus Christus. Een gelovige is als de maan, die geen licht geeft van zichzelf, maar het moet hebben van de zon. Een gelovige is als een kind aan moeders borst. Helemaal afhankelijk, maar tegelijkertijd zonder zorgen. Het geeft zich over aan de zorgen van de moeder. Je zou geloven daarom ook wel aan kunnen duidelijk als een gedragen worden op de armen van een voedster (Krummacher). 

Waar wij overweldigt worden door Gods heiligheid en majesteit en niet anders meer kunnen dan erkennen daar als een schuldig mens tegenover te staan; daar gaan we door de knieën. Komt het tot schuldbelijdenis. We zien dat Jezus niet wijkt van zondaren, maar hen zoekt, redt en inzet. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...