Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 29 april

Abrahams’ offer (1)

‘En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht, en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie hier ben ik. En Hij zeide: Neemt nu uwen zoon, uw enige, dien gij liefhebt. Isaac, en ga henen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op één van de bergen, dien Ik u zeggen zal. (Gen. 22: 1-2). Ds. W.L. Tukker legt in het Gereformeerd Weekblad van augustus 1977 deze geschiedenis uit. 

Op weg naar bet offer

Het is een van de aangrijpendste gedeelten, die wij vandaag hebben te behandelen. Ware het niet, dat de God van de waarheid hierachter stond, ware het niet de geloofsbeproeving, die de God van alle genade aan Abraham zond, wij zouden het niet wagen hierover te handelen. Dit woord is tot troost geworden voor velen, die het offer van een kind, soms een enig kind moesten brengen. Dit woord is de profetie geworden van dat enig offer, wat God gegeven heeft in de dood van Zijn eigen, eniggeboren Zoon, de Heere Jezus Christus.


„Na deze dingen”. Na al wat Abraham in zijn veelbewogen leven heeft meegemaakt, trekken uit zijn land en maagschap, enkele malen emigreren voor een tijd vanwege hongersnood, dan de steeds maar uitgestelde hoop op de vervulling van de belofte van zaad te ontvangen, het heenzenden van Ismaël, wat Abraham zeer zwaar gewogen heeft. Toen dan eindelijk is de zoon van de belofte hem geschonken. Dit was de zoon van zijn blijdschap, de zoon van zijn lachen.

Beproeving


En toen is dan de verzoeking Gods over hem gekomen. De Heere verzoekt niemand met het kwade en tot het kwade. En als Hij verzoekt, dan is het een geloofsbeproeving. Doorgaans zoekt de Heere daarvoor het liefste, wat een mens heeft. Abraham heeft al zovele beproevingen gehad in zijn leven. Wie de Heere liefheeft, die kastijdt Hij en Hij geselt een iegelijken zoon die Hij aanneemt. God komt persoonlijk tot Abraham. En Hij spreekt tot Abraham. Hij roept hem bij name. Dan zegt Abraham: „Zie hier ben ik.” Dat is de bereidheid om naar God te luisteren. Dat is geen vreemde zaak voor Abraham geweest. Reeds zoveel opdrachten heeft hij van God ontvangen en ook zovele eisen. Gelukkig, die met een sprekende God te doen heeft. Gelukkig ook, die met een bevelende God te doen heeft. Gelukkig ook, die op zijn tijd met een bestraffende God te doen heeft.


„Zie, hier ben ik.” Ik ben bereid om naar U te horen. Ik ben’ ook bereid om te doen wat Gij zegt. Ik ben bereid om te doen wat Gij mij beveelt. God dienen, dat betekent naar God horen. God dienen, dat betekent doen wat God zegt. God heeft Abraham zoveel goede dingen reeds laten doen. En het is met God altijd goed uitgekomen!

Izaäk – zoon van de lach


En nu komt de Heere met deze verzoeking, met deze geloofsbeproeving. Neem nu Uw zoon. Nu is deze zoon wel het teerste bezit wat Abraham heeft. Sara is zijn liefde. Maar Sara is oud, evenals Abraham nu zelf. Maar dit kind is zijn hoop, de hoop van zijn bezit. Het is zijn erfgenaam, maar ook de voortzetting van zijn geslacht. Het is Abraham ook zó zwaar gevallen om Ismaël weg te zenden. En hij heeft het gedaan op Gods nadrukkelijk bevel. Maar nu dit: „Neem uw zoon, uw enige, dien gij lief hebt.” God legt met elk woord meer gewicht op de zaak. Dit is al wat Abraham heeft. Waar hij ook al zijn liefde op gelegd heeft na het heengaan van Ismaël. God noemt hem ook bij name: Izaäk. Dat was Sara’s lachverwekker, dat was ook Abraham’s lachverwekker.


Neem uw zoon. Wat moet Abraham gaan doen? Ga henen naar het land Moria. Dat is een bergengroep bij en rond Jeruzalem. God vertelt aan Abraham niet, wat Hij van zins is. God vertelt hem niet dat dit de plaats wordt, waar de offeranden aan Hem in de toekomst gebracht zullen worden, als eens David daar de tabernakel zal stichten, als eenmaal Salomo daar de tempel zal stichten. God vertelt aan Abraham niet dat Hij daar eens in al Zijn heerlijkheid zal gaan wonen, tot in geslachten. En God vertelt niet, dat daar op één van die bergen de Heere Jezus zal lijden en sterven tot een slachtoffer voor de zonde.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Abrahams’ offer (2)

„Neem uw zoon en offer hem aldaar op één der bergen, die Ik u zeggen zal". Offeren! Mijn zoon offeren. Een...

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...