Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

donderdag 15 september

Als een kind

Niet zonder reden namen ouders hun kleine kinderen op de arm, om hen naar de Heere Jezus te dragen. Er waren veel rabbi’s waar ze de kinderen heen konden brengen, maar ze kwamen speciaal voor Jezus.

Kinderlijk

In een postkoets zat een vijf jarig kind naast haar moeder. Een medereiziger gaf aandacht aan het kind. Na een tijdje keek zij hem met haar blauwe ogen rechtstreeks aan. Kinderlijk lief en op haar eigen manier vroeg zij: ‘Houd jij van God?’ De man probeerde zo goed als hij kon de vraag van het meisje te laten voor wat het was, door eromheen te praten. De koets bereikte de plaats van bestemming, daar eindigde de rit. 

De woorden van het meisje bleven de man achtervolgen. De vraag die zij stelde was nieuw voor hem, hij dacht er nooit eerder over na. Hij rustte niet, tot hij door Gods genade in staat werd gesteld om de vraag te beantwoorden. Nu ervoer hij wat het is om God lief te hebben. De tijd ging door. Een paar jaar later zag hij onverwacht de moeder van het kind, voor het openstaande raam van haar huis. Ze was duidelijk in de rouw. Hij vroeg naar het meisje, maar ze was er niet meer. God haalde haar thuis in heerlijkheid, om voor eeuwig bij Hem te zijn.

Tot Jezus

Wat kan een klein kind een spiegel vormen voor een volwassen mens. We dienen te worden als kinderen, stelt Jezus, als het gaat om het Koninkrijk. â€˜Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan.’ (Mark. 10: 15). 

Ouders brengen hun kinderen bij Jezus. Hij zegent hen met verstrekkende gevolgen. Calvijn: ‘Hij kon iets niet op plechtige wijze aan God toewijden, of Hij moest het met reinheid begiftigen. Wat nu bad Hij voor hen, anders dan dat zij onder het getal van de kinderen van God mochten opgenomen worden? En daaruit volgt, dat zij door de Geest wedergeboren waren tot de hoop der zaligheid. Door hen te omhelzen verklaart Christus daarom dat Hij hen tot Zijn kudde rekent te behoren.’ Jezus bevestigt de ouders in hun verwachting: ‘Laat de kinderen tot Mij komen en verhinder hen niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.’ 

Worden als

Hoewel we deze geschiedenis kennen als een aanmoediging om met onze kinderen naar de Heere Jezus te gaan, is dat niet het enige punt waar het hier om draait. Dat maakt de Zaligmaker duidelijk in Mark 10: 15: ‘Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt gelijk een kindeke, die zal in hetzelve geenszins ingaan.’ 

Let op een belangrijk detail in de tekst. Er staat: ’Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt…’ Als je iets ontvangt, dan krijg je het. Je strekt je hand uit, omdat de ander iets aanbiedt. Je lege handen gaan omhoog, om ze gevuld weer aan je borst te drukken. Dat is ontvangen. Het is een daad in afhankelijkheid, een vervuld worden vanuit de rijkdom van een ander. Hier in onze tekst gebruikt Jezus het tafereel dat zich zojuist afspeelde waarbij ouders hun kinderen naar de Zaligmaker brengen om een zegen, als een afbeelding van het ‘ontvangen van het Koninkrijk’. Dat gebeurt vanuit een kind-houding. Het is een ontvangen-om-niet.

Het Koninkrijk van God is niet voor de groten van deze wereld. Het is voor de kleinen. Zij die buiten Hem niet meer kunnen. Niet voor niets sprak Jezus in de Bergrede: ‘Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden. Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beërven, etc.’ (Matt. 5: 3 e.v.)

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....