Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 26 april

De goedertierenheid van God

Als we iemand leren kennen, krijgen we oog voor diens eigenschappen. Dat geldt ook voor de Heere. Hij openbaart Zijn eigenschappen in het Woord van God. Meer zicht krijgen op Zijn eigenschappen, betekent dat we een rijker beeld krijgen van wie en hoe Hij is. 

Eigenschappen

In de Bijbel worden tal van eigenschappen van de Heere genoemd. Denk daarbij aan de soevereiniteit, de almacht, de alomtegenwoordigheid en het eeuwigdurende bestaan van God. Zijn karakter komt tot uitdrukking in heiligheid, rechtvaardigheid, gerechtigheid, liefde, genade, barmhartigheid, ontferming, verbondstrouw, geduld. De Heere is als het gaat om Zijn eigenschappen niet als een mens, die een eigenschap in een bepaalde mate heeft. De Heere is echter volkomen liefde, heiligheid, rechtvaardigheid en barmhartigheid. Wie daarover nadenkt, ervaart dat God altijd groter is dan wij denken kunnen. Het brengt tot verwondering. 

Goedertierenheid

Een belangrijke Bijbelse aanduiding van Gods eigenschappen is het woord ‘goedertierenheid’ (chesed). Denk aan de ontmoeting van Mozes met de Heere in Exodus 34: 6-7 waar de Heere een aantal eigenschappen van Zichzelf openbaart: ‘Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde lid.’ 

Daar noemt Hij onder andere het woord ‘goedertierenheid’. Soms aangeduid met ‘weldadigheid’. De Engelsen vertalen dit woord met ‘steadfast love’, standvastige liefde. Het betreft een verbondswoord en we zien het in de Bijbel vaak terug in combinatie met het woord ‘emet’, dat waarheid, trouw betekent. 

Het woord goedertierenheid drukt de liefde van de Heere uit, die zichtbaar wordt in de verbondsrelatie die Hij onderhoudt met mensen. Volgens een Bijbeluitlegger komt de wijze waarop verbondspartners zich jegens elkaar behoren te gedragen tot uiting in het woord ‘chesed’. David en Jonathan sluiten een verbond waarbij men goedertierenheid (barmhartigheid, trouw, goedgunstigheid) zal bewijzen aan elkaar. Je zou het ook kunnen vertalen met loyaliteit, vanuit vrijwilligheid. Liefde die zich uit in trouw. Goedertierenheid is trouwe-bijstand-met-de-daad. 

Oog voor krijgen

In de Bijbel toont de Heere Zijn eigenschappen. Daarbij zien we Zijn goedertierenheid geregeld voorkomen in samenhang met andere eigenschappen. Opvallend is de overeenkomst in woordgebruik die we in onderstaande teksten zien:

‘De HEERE is lankmoedig en groot van weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het derde en in het vierde lid.’ (Num. 14: 18)

‘En hij bad tot den HEERE, en zeide: Och HEERE! was dit mijn woord niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam ik het voor, vluchtende naar Tarsis; want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad.’ (Jona 4: 2)

‘En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade.’ (Joël 2: 13)

‘En zij hebben geweigerd te horen, en niet gedacht aan Uw wonderen, die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard, en in hun wederspannigheid een hoofd gesteld, om weder te keren tot hun dienstbaarheid. Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig, en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten.’ (Neh. 9: 17)

Gebed

De goedertierenheid van de Heere duurt tot in eeuwigheid, zo zingen de Psalmdichters. Zij pleiten op Gods goedertierenheid, tot hun behoud. Denk aan Psalm 6: 5: ‘Keer weder, HEERE, red mijn ziel; verlos mij, om Uwer goedertierenheid wil.’ Ook in Psalm 31: 16 horen we een gebed in nood en een roep om goedertierenheid: ‘Laat Uw aangezicht over Uw knecht lichten; verlos mij door Uw goedertierenheid.’ Wie de Heere aanroept, mag Hem aanroepen in Zijn goedertierenheid. Pleitend op het bloed van Zijn Zoon. Te midden van onze ontrouw en zonden, toont Hij wie Hij zegt te zijn. Wie Hem aanroept in de nood, vindt zijn genade oneindig groot. ‘Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen, HEERE!’ (Ps. 86: 5)

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Abrahams’ offer (2)

„Neem uw zoon en offer hem aldaar op één der bergen, die Ik u zeggen zal". Offeren! Mijn zoon offeren. Een...

Abrahams’ offer (1)

‘En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht, en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie hier ben...

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...