Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 8 juni

Door lijden tot heerlijkheid

Door je blind te staren op levensvragen vind je geen antwoorden. Asaf komt met Zijn vragen bij de Heere, in Zijn tegenwoordigheid, in Zijn heiligdom. Dat is het draaipunt van Psalm 73. Hier vallen zijn oogkleppen af. ‘Totdat ik in Gods heiligdommen inging; en op hun einde merkte!’ Asaf ziet de dingen nu niet langer vanuit zijn eigen perspectief, maar vanuit het perspectief van God.

Ontmoeting

In India leerde ik een voorgangersechtpaar kennen dat uit eigen ervaring wist van lijden om Christus’ wil. Pastor Prakash en zijn vrouw Urmila stichtten jaren geleden een gemeente in een arm en achtergelegen gebied in India. Door Gods genade kwamen er mensen tot bekering en breidde de gemeente zich uit. In reactie daarop daagde een groep extreme hindoes enkele christelijke meisjes uit met dubbelzinnige woorden. Daar bleef het echter niet bij. Een groep van zo’n vijftien aanvallers viel gemeenteleden aan, waarbij zes christenen gewond raakten. De pastor en zijn vrouw waren ook slachtoffer, ze braken een arm, been en hand. 

Na de aanslag droegen gemeenteleden de slachtoffers zo snel mogelijk naar het ziekenhuis, waar men hun wonden verzorgde. Ondertussen bleek dat er een valse aanklacht tegen hen werd ingediend. In plaats van slachtoffer worden ze als dader aangemerkt. Hun opname in het ziekenhuis voorkwam dat ze in de gevangenis belandden. Voor de zekerheid zette de politie hun zoon en een neefje gevangen

‘De aanval versterkte ons,’ vertelden Prakash en Urmila. ‘We weten nu uit eigen ervaring wat het is. Het geeft ons een dieper vertrouwen in God.’ Hun zoon helpt sinds de aanval en het verblijf in de gevangenis zijn vader bij de verkondiging van het evangelie. 

Lijden

Het lijden dat christenen overkomt, kan voor anderen tot zegen zijn. Dat merkte ik aan Prakash en Urmila, in India. Het bloed van martelaren is zaad voor de kerk. Zo kan ook het lijden dat ons overkomt voor anderen tot zegen zijn. 

Zoals een oud-collega mij vertelde, nadat hij beter werd na een ziekbed van bijna twee jaar: ‘Soms was de Heere heel nabij, maar er waren ook dagen dat ik dacht alleen overgebleven te zijn. Ik herinner me dat ik op bed lag in mijn slaapkamer met de vraag in het hart: ‘Word ik eigenlijk wel beter, of betekent deze ziekte het einde?’ Ik lag te huilen van verdriet en aanvechting. Juist op dat moment kwam er iemand ons huis binnen. De deur is los, dus je kunt zo binnenlopen. Het bleek een evangelist te zijn, die reeds jarenlang met onze familie verbonden is. Hij kwam de slaapkamer binnen en zag dat ik lag te huilen. Hij schrok: ‘Ik zie dat het niet zo goed gaat. Ik was in de buurt en dacht even met je te komen praten en bidden.’ Hij deed een gebed waar ik troost uit mocht putten. Later dacht ik: ‘Waarom moest hij precies op dat moment langskomen en bij mij zijn?’ Toen mocht ik ervaren dat de Heere van me afwist.’

Heiligdom

Antwoord op onze vragen vinden we niet in ons redeneren, maar in het heiligdom. Bij het altaar. Aan de voet van het kruis. Daar ontdek je dat wie niet in Hem geborgen is, moet vrezen eeuwig onder te gaan. Door een blik in Zijn wonden leert Hij je dat alleen Zijn genade redt, voor tijd en eeuwigheid. De Heilige Geest leert ons buigen en belijden. Brengt tot de erkenning: dat ik blind was en nu zie. Geeft zicht op Christus en daarmee op de toekomst. Zoals een lied ons doet zingen: ‘Vreugde of blijdschap, droefheid of smart, er is een God Die hoort.’ 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....