Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 14 juni

Ds. D.J. van Dijk: Een vruchtbare prediking (2)

Vruchten van bekering blijken in de praktijk, dat stelde ds. D.J. van Dijk in 1954 in een meditatie in ‘Alle volken’. Een ander leven, door het vernieuwende werk van de Heilige Geest. 

Vrucht

Die vruchten worden gezien in de bekering. Zij zijn van de afgoden bekeerd tot de levende en waarachtige God. De afgodendienst wordt nagelaten. Toch is nalaten niet genoeg. Er zijn tegenwoordig heel wat Toradja’s, die hun oude heidense godsdienst nalaten, maar toch nog niet de waarachtige en levende God gaan dienen. In Thessalonica werden de mensen bekeerd. Dat wil zeggen, ze moesten niet alleen de zonden nalaten en vlieden, maar ze moesten ook tot nieuw leven komen en dat uitte zich in een dienen van de levende God. Daarom was de prediking een vruchtbare prediking, niet alleen omdat ze loslieten het oude, maar omdat zij de waarachtige God gingen dienen. Als vrucht op de prediking is daar een levensverandering, levensvernieuwing bij die mensen gekomen. Niet alleen een levensverandering van buiten, maar een verandering, die van binnen uit naar buiten

werkte. Bekeren dat is afgoden loslaten en de ware God gaan dienen.

Heilige Geest

Dat is een werk, dat de Heilige Geest alleen kan doen. Dat kan een mens niet. Zo’n prediking gaat tegen de mens in. En als die prediking toch aanvaard wordt dan komt dat niet door de kracht of door het vuur van de prediker, maar alleen door de H. Geest. Het oude loslaten kan een mens nog wel. Z’n leven verbeteren, daar kan een mens het ver in brengen. Maar het gaan dienen van de levende God dat kan alleen door de Heilige Geest.

Maar wanneer die Geest gaat werken komt er strijd. Strijd van binnen en van buiten. Nog zie ik die man voor me staan te Rante Pao, die mij kwam vertellen, dat hij zich jaren lang verzet had tegen het Woord van God. Dat hij meegeholpen had Christenen uit zijn kampong te verwijderen alleen omdat hijzelf niet toe wilde geven aan de overtuiging, die toch al leefde in zijn hart dat die God van de Christenen de ware God was. Hij wilde niet en daarom dat verzet. Maar nu moest hij het opgeven. Zo heeft de Heilige Geest in het Toradjaland de prediking dikwijls willen zegenen, zodat er ook daar mensen gevonden worden, die de afgoden loslieten en de ware God leerden dienen. Die bekering brengt strijd mee. Het omzetten van mensen kost strijd. 

Strijd

En meent nu niet, dat daar in Thessalonica nu alles in orde was. Zo ook niet op het zendingsveld van de G.Z.B. Daar blijft nog veel zonde en ongerechtigheid. Wanneer een mens bekeerd wordt dan is hij z’n zonde nog niet kwijt. Maar dan komt er een strijd tegen de zonde.

Een rijke vrucht op de prediking in het Toradjaland is, dat daar in dat mooie land, met z’n hoge bergen en stralende zon, een volk gevonden wordt, dat door Gods Geest geleerd heeft de afgoden los te laten en in alle gebrekkigheid de levende en waarachtige God wil dienen.

Wat is er al veel gestreden in het Toradjaland. De heidenen bestreden het Woord van God. Zij maakten het de Christenen dikwijls zo moeilijk. 

En nauwelijks is deze strijd van het oude heidendom wat geluwd of daar komt een nieuwe strijd opzetten, die nu al weer bloed heeft doen vloeien. Naar de berichten is een van m’n beste vrienden daar Ds. S. Palisungan om het leven gebracht. Wat hebben we samen vaak over het werk gesproken! Wat hebben we dikwijls gebeden of de Heere de prediking vruchtbaar wilde maken. 

Vrucht op de prediking brengt strijd mee. Ook reeds in ons leven?

Dit is het tweede en laatste deel van een meditatie van ds. D.J. van Dijk, in zendingsblad ‘Alle volken’. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Abrahams’ offer (2)

„Neem uw zoon en offer hem aldaar op één der bergen, die Ik u zeggen zal". Offeren! Mijn zoon offeren. Een...

Abrahams’ offer (1)

‘En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht, en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie hier ben...

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...