Een halfslachtige houding past volgens ds. D.J. van Dijk niet bij een gelovige. Hij wijst bij de bevestiging van lidmaten in 1954 op het gevaar van ‘afzakken’. De Heere roept op tot volharding.
Belijden
Wie belijdenis aflegt doet een eed voor het aangezicht van God. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor het leven. Nadat ds. D.J. van Dijk heeft uitgelegd dat dit overgave en gehoorzaamheid vraagt, gaat hij vervolgens in op het beslissende van de keuze en de noodzaak van volharding.
Keuze
Ds. D.J. van Dijk: ‘De beslistheid van het hart en keuze is een van de meest onmisbare voorwaarden van het echte volgen van Jezus. De Heere eist immers de volkomen overgave. Want we kunnen geen twee heren dienen. Dat wil een mens van nature wel graag. Wij kijken graag naar twee kanten. Wij willen graag rekenen. Wanneer er voordeel aan verbonden is, dan zien we naar links en naar rechts. Wanneer men meent, het is in het belang van de zaak of het bedrijf, dan ontbreekt er helaas nogal veel aan de besliste keuze. En zo’n halfslachtige houding vinden velen in onze dagen ruimheid van blik, of men noemt het vooruitstrevendheid. Maar die verdeeldheid is de Heere een gruwel.
Wat is er weinig beslistheid in ons leven. Tijdens Jezus’ omwandeling op aarde waren er ook zovelen, die Hem wel wilden volgen als er brood te halen viel, maar nauwelijks houdt het brood op of men wandelt niet meer met Hem.
En als we in beginsel geleerd hebben de Heere Jezus te volgen, wat is er dan ook nog vaak weinig van die beslistheid te bespeuren. Wie van ons die nooit eens wankelt? Daar is ook weer genade voor nodig, om met Ruth die besliste keuze te doen.
Volharding
Tenslotte is er nog een vierde eis: volharding of standvastigheid. Er zijn wel heel wat mensen, die beginnen met Jezus te wandelen. Ze worden bekoord door Zijn stem, hebben eerbied voor Zijn daden. In het begin schijnt alles zo mooi. Maar later komen de moeilijkheden en verdrukkingen. En dan wordt het volharden gemist. Denk maar eens aan de vrouw van Lot, of aan Orpa, of aan de rijke jongeling. Dat waren allemaal mensen, die in het begin met Jezus meegingen, maar toen het hen beter uitkwam lieten zij Jezus los en wandelden niet meer met Hem.
Daar zijn er velen, ook in onze dagen, die toegewijd beginnen Jezus te volgen. Men gaat trouw tweemaal naar de kerk, men laat het cafébezoek. Maar langzamerhand verdwijnt de toewijding en begint het af te zakken.
’t Gaat met velen, als met het zaad, dat op de steenachtige plaatsen viel en geen diepte van aarde had. Nee, men laat de Heere Jezus nog niet helemaal los. Men komt nog wel naar de kerk, maar het hart is er niet meer bij. En eindelijk, o nee, ze hadden het zelf niet gedacht, dat het zover komen zou, maar eindelijk volgt de voet het hart en men wandelt niet meer met Jezus en luistert niet meer naar Jezus.
Er waren allerlei teleurstellingen. Dit ging niet zoals men verwacht had. En men hield maar op. De Heere Jezus zegt echter, niet wie begint en later ophoudt; niet wie begint tot halverwege en terugkeert, maar Hij zegt: “Wie volharden zal tot het einde, zal zalig worden.”
Of dan dat volharden in de mens ligt? O nee. Ook hier geldt wat daarboven reeds gezegd is, het kan alleen door genade. Het komt aan, gemeente, op het volgen van Jezus in overgave, gehoorzaamheid, beslistheid en standvastigheid. Er waren meer eisen te noemen, maar genoeg om u de ernst van het volgen te doen verstaan.
Dit is deel 4 van een serie over Jezus volgen, aan de hand een preek van ds. D.J. van Dijk bij het afleggen van openbare geloofsbelijdenis. In het volgende deel trekt ds. Van Dijk de lijnen door naar de opvoeding van ouders en wijst hij op het kruis van Christus.