Petrus krijgt een persoonlijke opdracht van Jezus: Volg jij Mij. Ds. D.J. van Dijk sprak zijn belijdeniscatechisanten persoonlijk aan, tijdens hun bevestigingsdienst op 25 april 1954. Volgen raakte niet alleen Petrus, maar ook hen.
Persoonlijk
Nadat ds. D.J. van Dijk het verlossingswerk door Jezus’ voldoening aan het kruis uitwerkte, sprak hij zijn belijdeniscatechisanten aan in de preek. Dit naar aanleiding van de tekstwoorden ‘Volg gij mij’ in Joh. 21: 22c. ‘Maar dan wordt dat ‘gij’ voor ons een persoonlijke zaak. ‘Gij’ zei de Heere Jezus tot Petrus. Maar dat zegt Hij dan ook tot de Zijnen. ‘Gij!’ Behoor jij daartoe? Dat Petrus daartoe behoort kunnen we nog wel begrijpen. Maar ik?
Petrus was echter ook een mens van gelijke beweging als wij. Hij was in zichzelf ook een verloren mens. Hij kon ook niet in eigen kracht gaan of staan. Dat is duidelijk gebleken. Maar de Heere riep hem. En al was hij ieder ogenblik tot hinken en tot zinken gereed, hij ging.
Smalle pad
Is die vraag van Jezus al doorgedrongen, ook in jouw ziel? Daar komt het op aan. Volg gij Mij. Dat volgen eist wedergeboorte en bekering. Dat volgen eist verzaking en vernieuwing. Wil je die weg gaan?
Nee, dat is niet makkelijk. Een ander zal je gorden, en brengen waar je niet wilt. “Maar hoe donker ooit Gods weg moog’ wezen, Hij ziet in gunst op die Hem vrezen.” Hij gaat vooraan. Hij baant de weg. Hoe meer je op Hem mag zien, hoe makkelijker je weg. En hoe meer je je oog van Hem afhoudt, hoe moeilijker de weg.
Volg jij Hem? Indien niet, dan gaat het met je van duisternis tot duisternis al voort. Je vergadert een schat, ja, maar een schat van toorn. Wanner je echter door genade mocht luisteren naar Zijn stem, dan is het Jezus, die de toorn Gods heeft gedragen. Wat wordt het dan heerlijk als je op Hem mag zien.
O, gemeenten en jullie mijn leerlingen, hoor dat woordje ‘gij’. Dat wil zeggen, het zal er voor ons allen persoonlijk op aankomen of wij ware volgelingen van de Heere Jezus geworden zijn.
Ja, het pad is smal en de poort is eng, maar als Jezus Christus voorop gaat, hoef je niet te vrezen. Hij gaat vooraan. Hij geeft kracht en bemoedigt. En “welzalig hij, die al zijn kracht, en hulp alleen van U verwacht, die kiest de welgebaande wegen. Amen.’