Deze laatste zondag dat ik in uw midden ben, wil ik graag over de hemel spreken. Voordat ik vertrek en u achterlaat in de wildernis van deze wereld wil ik met u nadenken over het Kanaän dat God beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. De laatste en grootste wens van mijn hart is dat u daar allemaal naartoe zult gaan. Het is mijn troost te geloven dat ik in elk geval sommigen van u daar weer ontmoeten zal.
Hemel
Broeders, u hoopt allen dat u naar de hemel gaat. Ieder van u wil na de dood gelukkig zijn. Maar waar is uw hoop op gefundeerd? De hemel is een goed toebereide plaats. Zij die er zullen wonen, hebben allemaal dezelfde aard. Men kan er slechts door één deur binnen- gaan. Vergeet dat niet, broeders. Verder lees ik over twee soorten hoop: een goede hoop en een valse hoop, een levende hoop en een dode hoop, de hoop van de rechtvaardigen en de hoop van de goddelozen, van de gelovige en van de huichelaar. Ik lees over sommigen die hoop hebben door genade. Dat is een hoop die niet beschaamt. Maar ik lees ook van anderen, die zonder hoop en zonder God in deze wereld leven. Broeders, vergeet dat niet. Het is wijs, verstandig en veilig om na te gaan wat de Bijbel u over dit onderwerp vertelt. Zo kunt u ontdekken of uw vertrouwen goed gefundeerd is. Met dit doel vraag ik uw aandacht voor wat deze tekst ons leert.
Drie dingen vindt u hierin:
- De plaats zelf, de hemel, wordt genoemd
- De aard van hen die daar zeker niet zullen komen.
- Wie daar juist wel zullen komen
De Heere geve dat u oprecht zult onderzoeken of u geschikt bent voor de hemel. Er moet in onze geest en levenswandel een bepaalde geschiktheid voor die plaats zijn. Het is zinloos, vergeefs en absurd om te veronderstellen dat alle mensen daarheen zullen gaan, ongeacht hoe hun leven geweest is. Moge God de Heilige Geest u ertoe zetten uzelf getrouw te onderzoeken terwijl u de tijd nog hebt; voor- dat die grote dag komt waarop voor de goddelozen alle hoop, en voor de gelovigen alle vrees voorbij is.
Eerst over de plaats zelf.
De hemel bestaat echt. De Schrift is volstrekt duidelijk: er blijft een rust over voor het volk van God (Hebr. 4:9). Deze aarde is onze rustplaats niet, kan dat onmogelijk zijn. Niet één mens ervaart de aarde als een plaats van rust. Zoek uw geluk maar op aarde als u dat graag wilt. Kies alles wat u aanstaat om van dit leven te genieten: geld, een huis, landerijen, onderwijs, gezondheid, schoonheid, eer, aanzien, gezag, massa’s vrienden – alles dat uw hart begeert en uw oog verlangt. Ik durf te stellen dat u ondanks dat alles geen rust zult vinden. Ik ben ervan verzekerd dat u enkele jaren later zult bekennen: het is allemaal hol, leeg en onbevredigend. Het is een en al vermoeiing en teleurstelling, ijdelheid en kwelling van de geest. Vanbinnen zult u honger en gebrek voelen, magerheid en schraalheid van uw ziel. En dan zult u bereid zijn de grote waarheid te onderschrijven: deze wereld is onze rustplaats niet.Â
Aldus ds. J.C. Ryle in een preek over Op. 21: 27: ‘En in haar zal niet inkomen iets, dat verontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams.’ – Dit is deel 1 van de preek, binnenkort deel 2. De preek is vertaald en uitgegeven door stichting Tabernakel. Lees gerust vast verder: www.tabernakel.nl