Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 7 juni

Ds. L. Kievit: Pinkstervolheid (1)

In een meditatie schreef ds. L. Kievit in 1966 over Pinkstervolheid. ‘De Heilige Geest betrekt zijn woning in de gemeente. Hij trekt tegelijk binnen in de harten om die te vervullen.’

Intrek

Naar aanleiding van de woorden ‘En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest.’ (Hand. 2: 4a), mediteert Kievit over Pinksteren. ‘Wanneer het hoge uur van Pinksteren geslagen heeft daalt de Heilige Geest neer van de Vader, dóór de hand van de Zoon, om zijn intrek te nemen in de gemeente van de levende God. De discipelen speuren zijn tegenwoordigheid in de tekenen van wind en vuur; zij worden haar nog dieper en rijker gewaar, omdat zij allen vervuld worden met de Heilige Geest.

Pinksteren is het feest van de gemeente; door Christus gesticht en aan Christus gehecht vormt zij een eenheid, een gemeenschap. Maar in die gemeenschap komt het persoonlijke niet te kort. De Heilige Geest betrekt zijn woning in de gemeente. Hij trekt tegelijk binnen in de harten om die te vervullen. Wij mogen het persoonlijke nooit uitspelen tegen het gemeenschappelijke, en omgekeerd evenmin. Sommigen verklaren met plechtige ernst, dat het alles toch maar een persoonlijke zaak is en rekenen dan niets voor de gemeenschap. Maar dit persoonlijke bloeit slechts in de gemeenschap op! Anderen verklaren met een breed gebaar: God woont in zijn gemeente, daar delen we dus allen in. Nee, de vraag is gewettigd: Woont Hij ook in mij. Met andere woorden: Ben ik een levend lidmaat van die gemeente, en deel ik persoonlijk in dat machtig grote voorrecht: vervuld met de Heilige Geest.

Vervuld

Op de allereerste Pinksterdag was dat geen vraag: Zij werden allen vervuld. Zo vieren zij Pinksteren, ze maken het mee, ze raken erin verzeild, er bij betrokken. De Heilige Geest verovert hun hart, alles wordt daaruit verdreven, de laatste zweem van ongeloof of twijfel, de laatste resten van eigenliefde en zelfvertrouwen. Gods tegenwoordigheid vervult hen geheel. Zij weten nergens anders meer van, dan van Zijn overvloedig heil; zij willen van niemand anders meer weten, dan van de drieënige God. Vervuld worden! Daar horen wij telkens van in verband met de Heilige Geest; dat is kenmerkend voor zijn werk. Waar Hij komt, daar stelt Hij zich niet tevreden met een deel, daar wil Hij het helemaal, om het te vervullen.

Deze Pinksterkinderen zijn vol van God. De Heilige Geest is immers waar­ achtig God. In Hem maken Vader en Zoon woning bij hen. Waar dat gebeurt, daar legt God beslag op alles, ja dan neemt hij ons geheel in beslag. Dan worden we vol van de vrede Gods, die harten en zinnen bewaart. God is in Christus de God des vredes. Pinksterleven is vredesleven met God. Die vrede breidt zich uit tot aan de boorden en randen: vervuld. Zij duwt soms tegen de zwakke wanden van dit lichamelijke bestaan, zodat die dreigen te bezwijken. Dat is voorwaar geen kleinigheid: Vervuld met de Heilige Geest. Het is meer, dan we bevatten kunnen, het loopt over.

Vreugde

Dan worden we vol van vreugde, van de vreugde Gods, die alle verdriet verslindt, die ons de ogen uitstraalt, die een nieuw lied in onze mond legt, een lofzang voor onze God. We worden vol van leven. Het leven Gods doet zegevierend zijn intrede; wij leven nu door Hem en voor Hem en met Hem. We worden vol van, ijver; niets is ons te veel, alles stellen we in dienst van Hem en van Zijn Koninkrijk. Vol van wijsheid, vol van liefde, vol van … Waar moet ik eindigen? Het komt op dit ene neer: Vol van God. En wie zal dat beschrijven.

Waar bent u mee vervuld, mijn lezer? Het is Pinksteren geweest, maar deze vraag loopt u achterna, klopt u op de schouder: Met de dingen Gods? Of met de dingen van deze wereld. Toe, draai er nu eens niet omheen, wees eens heel eerlijk. Wij misleiden onszelf toch niet met een vleugje godsdienstigheid? Wie moet zich aanklagen: ik ben zo vol van allerlei dingen, van ijdele dingen, en van ernstige dingen. Maar zo leeg van God! Wanneer de Geest Gods niet in ons woont, dan vindt de geest van de wereld en van de duivel bij ons huisvesting. Dat zijn boze geesten en ze zijn met velen. Legio! Zij vervullen uw leven ook, op hun wijze. Met Pinksteren spitsen de tegenstellingen zich toe. Als Petrus vervuld is met de Heilige Geest, dan vervult de Satan het hart van Ananias met gierigheid en leugen, dan worden de raadsheren vervuld met nijdigheid. Wanneer Stefanus vol is van de Heilige Geest worden zijn rechters vervuld met een boosaardige wrevel en woede, zodat hun harten barsten. Het is alles vervullen, wat de klok slaat, maar het maakt een groot verschil, wie er aan het klokketouw trekt.’ 

Bron: Waarheidsvriend, 1966. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....