‘Sommige mensen denken: God heeft geen enkel woord tot mij gesproken, waar ik Hem aan mag houden.’ Ralph Erskine wijst op de waarde van het Woord: ‘Maar mens, als het Evangelie dat in de Bijbel staat aan u gepredikt wordt en er enig woord van genade in is dat op uw toestand van toepassing is, leg dan dat woord toch niet aan de kant, maar grijp het aan en pleit erop, dat God zal doen gelijk Hij gesproken heeft. Als u ook maar één belofte ziet die bij uw toestand en uw nood past, strek dan door het geloof uw hand uit en grijp Zijn Woord aan.’
Dorst
Ach, zult u zeggen, zou er een woord van God zijn, dat bij mijn toestand past? Ik ben een arm, behoeftig schepsel, en zal spoedig door gebrek aan geestelijk voedsel en door gebrek aan een volle teug van de levende wateren die uit Jeruzalem vloeien, vergaan! Wat heeft God over mij gezegd? Heeft Hij wel iets gezegd? Jazeker, Hij heeft gezegd: ‘De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar er is geen, hun tong versmacht van dorst; Ik, de HEERE, zal hen verhoren, Ik, de God Israëls, zal hen niet verlaten. Ik zal rivieren op de hoge plaatsen openen, en fonteinen in het midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een waterpoel zetten, en het dorre land tot watertochten’ (Jes. 41:17,18). Heeft Hij dit gezegd? Houd Hem dan aan Zijn Woord, pleit daarop en zeg: Heere, doe, gelijk als Gij gesproken hebt.
Aanhouden
Maar ach, zegt iemand, is er ook een woord van God voor mij? Ik heb Zijn inzettingen al zo lang waargenomen en heb Zijn heerlijkheid nog nooit gezien, zoals ik die zo graag wil zien. Wat heeft Hij over mij gezegd? Hij heeft gezegd, dat ‘Hij wachten zal, opdat Hij u genadig zij (…); Hij is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten’ (Jes. 30:18). Hij heeft ook gezegd: ‘Het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen, en niet liegen; zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen, Hij zal niet achterblijven’ (Hab. 2:3). Heeft Hij dit gezegd? Houd Hem dan aan Zijn Woord, pleit daarop en zeg: Doe, gelijk als Gij gesproken hebt.
Beschuldiging
Maar is er wel een woord van God voor mijn geval? Want mijn geweten beschuldigt me van een uitzonderlijk grote schuld. Nooit eerder was er zo’n schuldig persoon op aarde als ik. Zucht u werkelijk onder uw schuld? Luister naar wat de Heere zegt: ‘Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken’ (Hebr. 8:12). ‘Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet’ (Jes. 43:25). Grijp dan Zijn Woord aan, waarin Hij woorden van vergeving spreekt. Pleit daarop en zeg: Heere, doe, gelijk als Gij gesproken hebt.
Dit is het eerste deel van een serie over pleiten op Gods Woord, vanuit het werk van Ralph Erskine. Gebaseerd op een uitgave van st. Tabernakel.