Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 15 april

Filippus en de kamerling (1)

‘Voor ons ligt de allerbekendste geschiedenis van Filippus en de Moorse kamerling. Moge de Heere ook de bekende delen van Zijn woord zegenen! Filippus is zo’n mooie figuur, zoals wij hem al meemaakten in Samaria, waar hij tot zo’n grote zegen geweest is, zodat op zijn woord scharen geloofden, uit wie onreine geesten geworpen werden.’ Aldus ds. W.L. Tukker in het Gereformeerd Weekblad van 1979. 

Nederig

Daar geschiedden onder deze eenvoudige figuur tekenen en grote krachten. Filippus is zo’n eenvoudige figuur, hij vond het niet erg, dat hij niét kon, wat de apostelen Petrus en Johannes wèl konden, namelijk de handen opleggen, zodat de gemeente van Samaria de Heilige Geest ontving. Mooi is dat, als iemand achter anderen weet te gaan staan. Nu komt dan de geschiedenis, waardoor Filippus onder ons het meest bekend geworden is, namelijk die van de kamerling. Hierin kunnen wij zien, dat Filippus bij al zijn nederigheid echt niet niemand was. Het is zo’n lieflijk leven, klein en nederig bij God te zijn. Het is zo’n lieflijk leven, om de laagste plaats in Gods kerk in te nemen. Toen Filippus zo rustig achteruit trad, haalde de Heere hem naar voren.

Woeste weg

Daar kwam een engel tot hem, die hem zond naar de woeste weg, die van Jeruzalem afloopt naar Gaza, dwars door het gebergte heen. Twee wegen liepen van Jeruzalem naar Gaza, een goede en drukke weg, waar veel mensen reisden en deze stille, eenzame weg. De laatste moest Filippus nemen en de engel zeide hem niet, wat hij daar moest gaan doen. Zie, dat zijn nu Gods ware dienstknechten, zij worden zelf engelen, boden Gods genoemd, maar de engelen staan hun ten dienste. En zij brengen de bevelen Gods hun over. Daar wordt doorgaans niets bij gezegd: zij weten van te voren niet, wat hun wacht, zij hebben alleen maar te gaan, gehoorzaam en stil. Zo deed ook onze Filippus: hij stond op en ging heen. ’t Was ook een lange weg van vele, vele mijlen. God zendt Zijn knechten nogal eens in de eenzaamheid en Hij leidt Zijn volk ook nogal eens in de eenzaamheid, om ze daar te leren en te bekeren. Hij neemt Zijn volk apart, Hij neemt Zijn knechten ook apart!

Moorman

En zie: een Moorman! Filippus was juist in het half heidense Samaria geweest en nu komt hij me daar een Moorman tegen: een kamerling, een machtig heer van Candacé, de koningin der Moren, die over al haar schat was. Een groot en voornaam man dus! Die gekomen was om aan te bidden te Jeruzalem. En hij keerde wederom en zat op zijn wagen en las de profeet Jesaja. Dat is een ontmoeting! God stuurt Zijn knechten nooit te vergeefs. Kon Filippus denken om op die woeste weg iemand te vinden? Kon hij denken daar zo n man te vinden? De Moorman was een aangeslagen man. Hij was een proseliet, hetzij van de poort, hetzij van de gerechtigheid. Dat zaad van de koningin van Scheba — uit Salomo’s dagen — had eeuwen later nog vrucht gedragen, bij een man aan het hof. Die man was gaan aanbidden in Jeruzalem. Wie gaat er nu vandaag zo’n reis maken om tot God te bidden — de God van Israël?

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Abrahams’ offer (1)

‘En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht, en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie hier ben...

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...