Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 19 april

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over deze zendingsgeschiedenis, in het Gereformeerd Weekblad van 1979. „Hij is gelijk een schaap ter slachting geleid en gelijk een lam, dat stemmeloos is voor dien die het scheert, alzo doet Hij Zijn mond niet open. In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen en wie zal Zijn geslacht verhalen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen.” 

Leven

Dat is dus de Schrift, die de Moorman las. En die hij dus weer voorlas aan Filippus. En dan komt zijn vraag: „Ik bid u, van wie zegt de profeet dit, van zichzelven of van iemand anders. Wees zo ootmoedig: Ik bid u.” Eerst bad hij of Filippus op de wagen bij hem wilde komen zitten. Nu bidt hij om uitlegg Hij staat hier voor het grote geheim van de bijbel, de tweede Persoon van de Goddelijke Drievuldigheid. Hij was als een bekeerde Jood naar Jeruzalem gegaan, en hij had het niet gevonden. Want niemand kent de Vader dan de Zoon en die het de Zoon wil openbaren. Hier staat de Moorman voor de verborgenheid van de Godzaligheid: „God geopenbaard in het vlees.” Heel het geheimenis van de lijdende Verlosser. „Ik bid u, van Wien zegt de profeet dit, van zichzelf of van iemand anders? ” Ja, dit geheim moet afgebeden worden.

En dan staat er: „En Filippus deed zijn mond open en beginnende van de Schrift, verkondigde hem Jezus.” Even plechtig als bij Jezus’ eerste preek, staat er dat hij zijn mond opende. Als Christus Zich voor het eerst openbaart, dan gaat de mond van de waarheid open. Dat is een groot gebeuren in iemands leven. Dan komt hij tot het leven, want die Mij vindt, die vindt het leven. Zo ook als een dienaar van het Woord — al is het een eenvoudige diaken — evangelist — zijn mond opent om het leven te openbaren, dan gaat de mond van de waarheid voor zo iemand open.

Christusprediking

Hoelang Filippus over deze Christusprediking gedaan heeft, weten wij niet. In welke taal Filippus tot de kamerling gesproken heeft, weten wii niet. De Geest, Die net uitgestort was, is in staat geweest Filippus Moors te doen spreken, maar hoe het ook zij: die ene Christusprediking, uit Jesaja 53 getrokken, is voor de Moorman afdoende en duidelijk geweest. Dan kan men de hele bijbel doorpreken, zonder te vervelen. Dan valt de tijd weg. Dan is het, of de eeuwigheid in zo’n dienst valt, of de eeuwigheid op die wagen valt. De woeste weg was zeer lang, maar voor een van heil vervulde prediker niet te lang en voor een heilbegerige zoeker niet te lang.

Mijn hart, vervuld met heilbespiegelingen, Zal ’t schoonste lied van enen Koning zingen; Terwijl de Geest mijn gladde tonge drijft, Is z’ als de pen van één, die vaardig schrijft. Beminlijk Vorst, Uw schoonheid hoog te loven. Gaat al het schoon van de mensen ver te boven; Gena is op Uw lippen uitgestort, Dies G’ eeuwiglijk van God gezegend wordt.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Abrahams’ offer (2)

„Neem uw zoon en offer hem aldaar op één der bergen, die Ik u zeggen zal". Offeren! Mijn zoon offeren. Een...

Abrahams’ offer (1)

‘En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht, en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie hier ben...

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...