Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 14 oktober

John Flavel: troost voor christenen met een klein geloof

Soms is ons geloof naar onze beleving niet groter dan een mosterdzaad. Denk aan de man die Jezus te hulp riep vanwege zijn zoon, hij zei: ‘Ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp. John Flavel geeft een aantal aanwijzingen voor mensen met een klein geloof. 

Allereerst mogen we volgens Flavel dankbaar zijn dat er geloof is. Op zichzelf is dat al een wonder: ‘Nu dan, zegen de Heere voor de kleinste trap van zaligmakend geloof en wees niet zo ontmoedigd door de zwakheid, zodat u de geringste werking van het geloof in uw ziel over het hoofd ziet en veracht. Deze arme vader was grondig overtuigd van zijn ongeloof en toch tevens echt dankbaar voor het kleine, maar ware geloof, dat hij ontvangen had. Dit behoort u ook te zijn.’

Eerste reden van dankbaarheid

John Flavel: ‘De geringste mate van zaligmakend geloof is meer dan al de kracht van de schepselen zou kunnen voortbrengen. Het is het geloof dat God werkt. Het is het werk God dat u gelooft in Hem, Die Hij gezonden heeft. Ja, het is Zijn bijzonder grote kracht die Hij toont aan hen, die geloven naar de werking van de sterkte van Zijn macht. Geen dienaren van Christus, hoe bijzonder hun gaven ook mogen zijn, geen plichten en instellingen, geen eigen werk of ijver uit uzelf kan u, zonder de macht en kracht, die Hij ook gewerkt heeft, als God Hem uit de doden opgewekt heeft, ooit tot het geloof brengen.

Tweede reden tot dankbaarheid

John Flavel: ‘Het is in alle opzichten een oorzaak van verwondering en verbazing dat er ooit een vonk waar geloof ontstoken werd in zo’n hart als u hebt, een hart waarin van tevoren niet de minste geschiktheid of neiging om te geloven gevonden werd. 

Het was niet alleen een onbeschreven papier, leeg van enige indruk van het geloof; maar het was tevens gevuld met indrukken die tegen het geloof ingaan. Daarom is het een wonder dat er in uw hart ooit iets van dat ware geloof ingedrukt werd. 

Het was wonderlijk dat er vuur van de hemel viel en het altaar verteerde, toen Elia er hout op geschikt had, maar het was nog veel wonderlijker, toen hij er zoveel water over goot, dat niet alleen al het hout nat werd, maar ook de groeve rondom het altaar met water gevuld werd. Uw ziel verkeerde precies in hetzelfde geval toen God het vuur of de vonk van het geloof daarin ontstak. Uw hart was duister en onwetend, vervreemd van God en van uw eigen gevaarlijke toestand. Ja, uw hart was een trots hart, vol eigengerechtigheid en eigenwaan.’ 

Volgens Flavel bevond het hart zich destijds in een ellendige toestand: ‘Een hart, dat liever gevaar wilde lopen ten opzichte van de eeuwige verdoemenis, dan het „ik” verloochenen en zich aan Christus te onderwerpen. En toch moest het licht des Heeren in deze duisternis schijnen en moest de hoogmoed en hardheid van uw hart gebroken worden en tot overgave gebracht worden. Hoeveel machtige vijanden stonden bovendien het werk van het geloof in uw ziel niet tegen! Daaronder waren de satan en uw vleselijke redeneringen de voornaamste. Wat een bolwerken, sterkten en hoogten werden niet door hen opgeworpen om u te verharden tegen de slagen der overtuiging, die de weg tot het geloof baanden. Denk maar aan de toestand van uw hart, zoals het van nature was en u zult zeggen, dat het Gods wonderlijke werk was, dat u ooit tot het geloof werd gebracht.’

Derde reden tot dankbaarheid

John Flavel: ‘Al is uw geloof zwak, toch zal het toenemen, wanneer het zaligmakend geloof is. De sterkste en grootste eikenboom was eens slechts een eikel. De sterkste gelovige was eerst maar zwak en wankelmoedig. Wees daarom niet ont­moedigd. God zal al het welbehagen van Zijn goedheid en het werk des geloofs met kracht vervullen. Het zou zeker veel beter voor u zijn, dat u God zegent voor een beetje waar geloof, dat u smeekt om vermeer­dering van uw geloof en actief die middelen gebruikt, waardoor het verbeterd en werkzamer in uw ziel wordt, dan dat u door een zondige, ondankbare en schadelijke moedeloosheid God onteert en tevens uzelf niet juist ziet.’

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....