‘De besnijdenis gaat met bloed gepaard. De doop voltrekt zich in het water.’ Prof. dr. C. Graafland laat zien hoe het water van de doop wijst op reiniging. Christus gaf daar Zijn bloed voor.
Bloed en water
In het Oude Testament vormt de offerdienst het hart van de eredienst. Aanhoudend worden er dieren op het altaar gebracht. Er vloeit bloed. Offers die heenwijzen naar het offer van Christus, tot verzoening van de schuld. Ook bij de besnijdenis vloeit er bloed. In het Nieuwe Testament gaat de doop echter gepaard met water.
Graafland: ‘De besnijdenis gaat met bloed gepaard. De doop voltrekt zich in het water. Het bloedloze karakter van de doop wijst op zijn in Christus vervulde gestalte. Er hoeft nu geen bloed meer te vloeien, want het bloed, het bloed van het Lam van God heeft gevloeid. En zijn bloed reinigt van alle zonden, 1 Joh. 1: 7. Tegelijkertijd wijst echter het water niet minder duidelijk op het bloed en de dood van Christus. Daarom al gaat de doop niet met bloedstorting gepaard, het reinigend bloed en de verzoenende dood van Christus zijn in dit waterbad niet minder krachtig en duidelijk weergegeven.’
Reiniging
De doop is een teken van reiniging. Het doopformulier spreekt immers over het ‘afwassen’ van de zonden. Doop in de Naam van de Zoon duidt aan dat ‘Hij ons wast in zijn bloed van al onze zonden.’ Er wordt gesproken over ondergaan en opstaan: ‘opdat zij met Hem in Zijn dood begraven worden, en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven.’
Graafland: ‘Daarom wordt in de handeling van de doop zowel heengewezen naar de reiniging door het bloed van Jezus als de verzoening door de dood van Jezus. Zo lezen wij in Ef. 5: 26 van Christus dat Hij zich voor Zijn bruidsgemeente heeft overgegeven om “haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zódat zij heilig is en onbesmet.” Men vergelijke dit met 1 Joh. 1: 7 waar van het bloed van Jezus gezegd wordt dat het ons reinigt van alle zonde. De doop is dus een reinigend waterbad dat heenwijst naar het reinigend bloed van Christus.’
Dood en opstanding
Volgens Graafland wijst de doop tevens op de dood en opstanding van Christus. ‘Het bloed van Christus is dan ook niet anders dan het leven dat Christus heeft gegeven voor onze zonden. En dat Christus Zijn leven heeft gegeven, is weer niet anders dan de dood van Christus. Zo hangen bloed, leven en dood van Christus onlosmakelijk met elkaar samen. Daarom kan de doop zowel een reinigingsbad weergeven als dat het kan wijzen op het met Christus gestorven en begraven zijn in Zijn dood en met Hem opgewekt zijn in Zijn opstanding. Zo wordt in Titus 3: 4 de doop het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest genoemd. Terwijl in Rom. 6: 3 v.v. over de doop voortdurend gesproken wordt als een met Christus gestorven, begraven en opgewekt zijn. Juist in dit laatste opzicht blijkt weer de eenheid van betekenis met de besnijdenis dat ook een sterven van de oude mens en een opstanding van de nieuwe mens weergeeft, volgens Kol. 2: 11-12.’
Bron en leestip: Het boekje van dr. C. Graafland over de doop, waarin hij een Bijbelse verkenning doet. Uitgave IZB, 1996.