Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

woensdag 28 oktober

Religieus besef volgens dr. J.H. Bavinck

Zendeling en theoloog dr. J.H. Bavinck had bijzondere belangstelling voor de beleving van godsdienst bij mensen die anders dachten dan hijzelf. Bij het zendingswerk werd hij geconfronteerd met allerlei godsdiensten. Hij toont in vijf punten aan dat religieus besef breed aanwezig is onder mensen. 

Totaliteitsbeleving

Het is volgens J.H. Bavinck (1895-1964) ondoenlijk om in één woord het wezen van de religie aan te duiden.  Bavinck noemt vervolgens vijf aspecten. Allereerst de totaliteitsbeleving. Bavinck: ‘Dit is dus het eerste element, dat wij vonden in het religieus besef, de intuïti van de totaliteit, de beleving van de Alheid. Die gedachte heeft door alle eeuwen van de geschiedenis heen de mens betoverd, hem in extase gebracht.’ 

Normbesef

Als tweede noemt Bavinck het normbesef. Het besef van een zedelijke norm heeft de mens vanaf oude tijden geboeid. ‘Het leven is alleen te verstaan als een tweegesprek tussen de mens, zoals hij leeft en denkt en zoekt en grijpt en hoopt en klaagt; en die norm, die altijd bij hem is, die hij altijd in zich omdraagt, en waarvan hij zich nooit kan losmaken.’ Dit tweegesprek stelt hem voor God.

Hogere macht

Als derde ziet Bavinck het besef van een hogere macht. ‘Maar altijd besefte hij dat zijn kleine, broze leven, op een of andere wijze in een betrekking stond tot een hogere macht, hoe die ook wezen moge, en heel vaag verstond hij dat het leven daarom alleen zinvol verstaanbaar is, wanneer het gedacht wordt als een gesprek tussen het kleine, menselijk ‘ik’ en het grote, goddelijke ‘Gij’.

Verlossing

Als vierde ziet Bavinck het verlangen naar verlossing. Het verlangen naar verlossing wordt niet alleen gemeenschappelijk beleefd, maar steeds weer ook individueel. Bavinck: ‘Dit brengt ons vanzelf op een andere, uiterst belangrijke vraag, namelijk die van de aard van de verlossing. Is alle verlossing ten diepste wezen zelf-verlossing, of is er alleen verlossing mogelijk door een ander, een Heiland, een God? Op deze vraag heeft het religieus bewustzijn der mensheid nooit een klaar, afdoend antwoord gegeven.’ Uiteindelijk staat de mens machteloos en moet een ander hem helpen. Hoewel de gedachte aan zelfverlossing telkens weer de kop opsteekt, zo signaleert Bavinck.

Levensleiding

Tenslotte ziet Bavinck de levensleiding als een belangrijke factor bij het religieus besef. ‘Deze eigenaardige gespannenheid van daad en lot is een van de meest geliefkoosde voorwerpen van religieuze bezinning geweest.’ ‘Niemand kan zeggen waar de daad ophoudt en het lot begint, of wat de daad tegenover het lot vermag. Maar één ding is zeker, en dat is dat de door en door onnaspeurlijke, innige samenhang van die twee van de oudste tijden af gevoeld is als een religieuze werkelijkheid. In dat tweegesprek van daad en lot staat de mens voor machten, die groter zijn dan de zijne, en hij beseft dat hij stuit op de allerdiepste grondlagen van zijn bestaan. (…) En hij vermoedt er iets van, dat hij in het doordenken van deze vragen recht voor de troon van God staat.’

Zaad van religie

Volgens Calvijn legde God een kiem van religie (semen religionis) in het hart van ieder mens. God biedt zich openlijk aan in het bouwwerk van deze wereld. De mens kreeg ogen en wordt gedwongen Hem te aanschouwen. 

Het uitgangspunt ligt niet in de beleving van de mens, maar in God. In de Bijbel. Bavinck: ‘Paulus neemt in zijn missionaire prediking zeer beslist zijn standpunt niet in de menselijke religie, maar in het objectieve werk van God, in de zelf-manifestering Gods. En naar mijn innige overtuiging is dat ook nu nog het enig, werkelijk geldend en werkelijk krachtig “aanknopingspunt”. (…) Alle missionaire prediking staat alleen veilig, wanneer zij gedragen wordt door de zekerheid: “God is al lang met u bezig geweest, maar gij hebt Hem niet verstaan. In mijn prediking komt God nu opnieuw tot u, om u op te roepen tot bekering.”’

Christus

De mens probeert op allerlei manieren leegten in zich op te vullen. Daartegenover plaatst Bavinck het vervullende evangelie. Bavinck: ‘In de donkerheid van het menselijk bestaan, waar verdringing en vervanging dag en nacht haar heilloos werk verrichten, kan alleen de prediking van het evangelie van Jezus Christus licht brengen. In Hem staat de waarheid, de lang verdrongen en afgewezen waarheid in haar volle en levende kracht voor de mens. Er ligt in Zijn woorden altijd iets van: ‘Ik was wel bij U, maar gij waart niet bij Mij.’ ‘Ik ben de Christus die gij verdrongen hebt.’ ‘Ik ben het, met wie gij geworsteld hebt, aan wie gij u vergrepen hebt.’ ‘Het is u hard, de verzenen tegen de prikkels te slaan.’

Leestip: Religieus besef en chistelijk geloof, dr. J.H. Bavinck (Kok, 1949).

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....

Filippus en de kamerling (1)

‘Voor ons ligt de allerbekendste geschiedenis van Filippus en de Moorse kamerling. Moge de Heere ook de bekende delen...