In een preek vraagt Spurgeon zich af: ‘Wat is geloven? Is nadat zoveel honderden van jaren het Evangelie gepredikt is, deze vraag nog nodig? Ik geloof dat ze zo nodig is, dat wanneer in elke prediking het geloof verklaard werd, het niet te veel besproken zou worden.’
Evangelie
Het is een goede regel dat elke prediking het Evangelie moet inhouden, en op de duidelijkste wijze ontvouwen, want ondanks alle prediking van het Evangelie in onze kringen, is niets zo weinig bekend of wordt niets zo weinig begrepen als het geloof in de Heere Jezus Christus. Ik houd het daarom er voor dat veel verklaringen van het geloof geen verklaringen zijn, maar er veeleer toe bijdragen om de zaak duisterder te maken dan ze te voren was, en met heel mijn hart hoop ik dat mijn eigen verklaring niet van diezelfde aard mag zijn. Zoveel is zeker dat ik proberen wil dit kwaad te vermijden, en zo duidelijk mogelijk hoop te spreken.
Geloof
Laat ons de man uit ons tekstverhaal (Mark. 9: 23) als een voorbeeld stellen en in hem zien wat het geloof is. Deze man geloofde blijkbaar dat Jezus een geneesmeester was, want hij zegt: ‘Meester, ik heb mijn zoon tot U gebracht.’ Hij zou zijn zoon niet tot Jezus gebracht hebben, indien hij geen zekere mate van vertrouwen in Hem gesteld had. Het is een goed begin van het geloof, te weten dat indien ik verlost zal worden het alleen door Jezus geschieden moet; het is goed te beseffen dat de redding van de ziel de vrucht moet zijn van Jezus’ werk, en van niemand anders, omdat er onder de mensen geen andere naam gegeven is waardoor wij zalig moeten worden. Deze man had dus eenvoudig geloof in Christus’ bereidwilligheid om hem te helpen. Het mag niet zeer sterk geweest zijn, maar nochtans was het er, want anders had hij de nadruk van zijn bede niet op de macht van de Heere gelegd. Hij zei niet: ‘Zo U wilt, U kunt’, maar: ‘Zo U iets kunt, wees met innerlijke ontferming over ons bewogen, en help ons.’ Terwijl hij op dat gezegende gelaat staarde, als vol bijzondere teerheid, gevoelde de man dat hij zeggen mocht: ‘Wees met innerlijke ontferming over ons bewogen.’
Bereidwillig
Van veel mensen kunnen wij geen medelijden of deelneming vragen, omdat het blijkt dat ze het niet hebben: ze hebben een strenge blik, en koelheid ligt op hun gelaat. Maar zo was de Heiland niet. De man gevoelde dat Jezus uiterst medelijdend was; zijn bede was dat dit medelijden aan hem en aan zijn zoon mocht worden betoond. Het is een goed begin van het zaligmakend geloof, te geloven dat Jezus bereidwillig is u te verlossen.
Dit is deel 1 in een serie over geloof, uitgelegd door Charles Haddon Spurgeon.