Gods rechtvaardigheid maakte het noodzakelijk dat Christus moest sterven voor de zonde. Alleen Hij kon verlossing brengen voor schuldige zondaren. Stephen Charnock (1628-1680) stelde dat de dood van Christus noodzakelijk was.
Priester
Christus was een trouwe en barmhartige Hogepriester. Hij was volgens Charnock trouw aan God, om de schuld van mensen te verzoenen. Daarmee toonde Hij Zijn barmhartigheid voor mensen. Charnock: ‘Indien Christus niet geleden had, dan was Hij geen volkomen Zaligmaker geweest. Noch getrouw aan God, noch barmhartig voor de mensen. Omdat zonder bloedstorting niet aan de rechtvaardigheid zou voldaan zijn; en dan was de zonde, de grote hinderpaal van de zaligheid, niet verzoend geweest. Indien Hij een Priester is, dan moet Hij een offer hebben, want een priester en een offer hebben betrekking op elkaar. Een priester is eigenlijk geen priester zonder offer, en ook een offer eigenlijk geen offer zonder priester. En Hij, als eeuwig Priester, moet ook een eeuwig offer hebben (Ps. 110: 4). Nu, daar Hij in Gods achting niets waardigs had dan Zichzelf, heeft Hij Zichzelf geofferd.’
Een priester offerde en bad. Charnock: ‘Hij kon geen voorbiddende Priester zijn geweest, indien Hij geen offerende Priester was geweest. Omdat Zijn offer de grond is van zijn voorbidding.’
Koning
Door de prijs van de dood, kon Christus verlossing brengen. Deze prijs moest betaald worden, tot herstel van de mens. Charnock: ‘Zijn gehoorzaamheid tot de dood moest voorafgaan en Zijn verhoging tot een troon en heerschappij moest volgen. Hij zou niet “zitten aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen”, totdat Hij “de reinigmaking onzer zonder door Zichzelf teweeg had gebracht.” (Hebr. 1: 3) Noch ook over “levenden en doden geheerst hebben, indien Hij niet gestorven was.” (Rom. 14: 9).’
Na de verheerlijking van Christus, zou de Heilige Geest gegeven worden. Charnock: ‘Deze rijke schat kon niet uitgedeeld worden tot de tijd van de aanneming van Zijn offer en van Zijn verheerlijking; en Hij kon geen middelaarsheerlijkheid hebben, totdat Hij Zijn middelaarsoffer geofferd had.’
Profeet
Christus dood was volgens Charnock de hoogste bevestiging van Zijn leer. Hoewel Zijn wonderen ook getuigden van wie Hij was. Charnock: ‘Nochtans heeft Hij in Zijn dood een altijddurend voorbeeld gegeven van die gehoorzaamheid, zachtmoedigheid, liefde tot God en mensen en vertrouwen op Zijn Vader, boven al wat enig schepsel aan ons had kunnen voorstellen. Hij leerde ons in Zijn leven door de woorden van Zijn mond en in Zijn dood onderwees Hij ons door de voorbeeldige oefening van Zijn genade en de stem van Zijn bloed (1 Petr. 2: 21).
Hij leerde ons het voornaamste deel van de gehoorzaamheid tot het uiterste, door de nauwkeurigste en verhevenste gehoorzaamheid van Zijn Vader te volbrengen. En daarom, nadat Hij met Zijn discipelen gesproken had over Zijn dood en heengaan, zo voegde hij daaraan toe: “Opdat de wereld wete, dat Ik de Vader liefheb, en alzo doe, gelijkerwijs Mij de Vader geboden heeft.” Opdat de wereld mocht weten, dat Hij de heerlijkheid van de Vader liefhad, Die zo barmhartig was om de zonden te willen vergeven en nochtans ook zo rechtvaardig om die niet te vergeven zonder een offer.’
Leestip: God verzoend, Stephen Charnock (Romijn & Van der Hoef, Gorinchem).