Prediking en sacramenten wijzen er volgens Thomas Boston (1676-1732) op, dat Christus op de deur van het hart klopt. Boston: ‘Hij moet nu in al degenen wonen die eeuwig met Hem zullen wonen.’
Ark
Als een ark, zo komt Christus volgens Thomas Boston via de Evangeliebediening langszij in ons leven. Boston: ‘Laat het u dan bekend zijn dat, aangezien wij de ark van de Evangelie-instellingen in ons midden hebben, Christus Zelf tot de deur van uw hart is gekomen om toegang. Velen denken er niet eens over na, noch geloven dat Christus op de deur van hun hart klopt om toegang en daarom haasten zij zich ook niet om Hem te ontvangen. Maar geloof het, het is geen inbeelding, maar de meest zekere werkelijkheid, en daarom zeg ik tot u en tot een ieder van u: “Tot u is het woord van deze zaligheid gezonden.”
Wilt u de werkelijkheid hiervan goed onder ogen zien, bedenk dan dat er geen zaligheid is zonder Christus in uw hart te ontvangen. “Aan wie God heeft willen bekendmaken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder u, in u, de Hoop der heerlijkheid”, Kol. 1:27. Hij moet nu in al degenen wonen die eeuwig met Hem zullen wonen. “Opdat Christus door het geloof in uw harten wone.” Waar geen vereniging met Christus is, kan ook geen gemeenschap met Hem zijn. En waar geen gemeenschap met Hem is, kan ook geen heiligheid, geen genade, geen vrede, geen vergeving en geen gelukzaligheid zijn.
Aanbieden en aannemen
Welk nut zouden de instellingen hebben als Christus niet door middel daarvan tot ons komt en Zich aan ons aanbiedt, aangezien wij Hem niet kunnen aannemen tenzij Hij Zich aan ons aanbiedt. De manier waarop Christus in het hart van Zijn volk woont, is door Zijn Geest en door het geloof. Welnu, de instellingen (prediking, etc. ASM) zijn de kanalen waardoor Zijn Geest wordt meegedeeld. “Doch dit alleen wil ik van u leren: Hebt gij de Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?”, Gal. 3:2. De instellingen zijn tevens het middel om het geloof te verwekken en het te laten toenemen. “Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods”, Rom. 10:17. Als zij dan het middel zijn om ons met Christus te verenigen, dan is het zeker dat Hij in hen meekomt om in onze ziel toegelaten te worden.
Maar verder is het zo wezenlijk, dat mensen zeker zalig zullen worden als zij Christus omhelzen wanneer Hij tot hen komt door middel van de instellingen, maar ook dat mensen zeker verdoemd zullen worden als zij Hem verachten wanneer Hij hierin tot hen komt. Jezus zei tot Zijn discipelen: “Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden”, Mark. 16:15, 16.
Hij die Christus in de instellingen van het Evangelie niet kan ontdekken en zich niet met Hem verenigt, zal Hem ook nooit in een andere wereld tot zijn troost aanschouwen. Wie zijn zij die Hij op de jongste dag zal erkennen? Zij, “die Mijn verbond maken met offerande”, Ps. 50:5, “…zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven”, 1 Kor. 1:21b. En wie zijn het die op de jongste dag niet door Hem zullen worden erkend? Zij, die zonder hoop zijn voor een andere wereld. “Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in degenen die verloren gaan; in dewelke de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is”, 2 Kor. 4:3, 4.”