Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 22 april

Veldkamp: Aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig!

De Heere is waarlijk opgestaan! Dat staat op dit moment op een billboard langs de snelweg, ergens in Nederland. Ook klonk het van vele kansels zondagmorgen. Wat zegt de catechismus over óns opstaan? 

Opgewekt

Jezus Christus is opgewekt uit de dood. Hij is door de dood heengegaan en er uit opgestaan. Anderen, zoals Lazarus zijn wel de dood ingegaan, maar eruit teruggeroepen. Alleen Jezus Christus heeft de dood werkelijk overwonnen. Hij stond op met een verheerlijkt lichaam, zo bleek op Paasmorgen. 

In zijn uitleg van Zondag 22 van de Heidelberger Catechismus toont ds. H. Veldkamp de verbinding tussen het opstandingslichaam van Christus en de opstanding van hen die in Hem geborgen zijn. 

Lichaam

‘Van de opstanding van het vlees verklaart de Catechismus: “dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom met mijn ziel verenigd en aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig zal worden.” 

Door zo nadrukkelijk te spreken van “dit mijn vlees”, wil de Catechismus blijkbaar te kennen geven, dat ditzelfde lichaam zal opstaan. Wij krijgen geen andere lichamen, geen hemellichamen, maar we krijgen ditzelfde lichaam terug. Jezus was na Zijn opstanding lichamelijk Dezelfde als vóór Zijn opstanding, zelfs de kruiswonden waren er nog in te zien. 

Het is alsof de Catechismus zich erover verbaast, en dat is ook inderdaad verbazingwekkend. Er is van dit vlees niet zoveel goeds te zeggen. Het lichaam is door de zonde onttakeld en ontadeld. Het wordt door de dood zelfs geheel onteerd. Toch gaat het de heerlijkheid tegemoet. Als de laatste bazuin zal slaan, zullen alle doden opgewekt worden. Ze mogen dan begraven zijn en tot stof overgaan, of verbrand tot as, verminkt op het slagveld of uit elkaar gereten door een bom; ze zullen allen opgewekt worden door het wonder Gods. Hij zal ze terughalen uit de diepten van de zee, en uit de verste hoeken van de wereld. Men moet daar niet om lachen. Het wonder van de geboorte, dat we elk ogenblik kunnen zien, is even groot als het wonder van de opstanding; de wedergeboorte van de lichamen!

We weten van de hoedanigheid van de opstandingslichamen niet zo héél veel. ’t Zijn dezelfde lichamen, maar toch anders, verheerlijkt, zoals de vrucht anders is dan de graankorrel. Dezelfde lichamen, maar zonder enig gebrek. Er zijn in die nieuwe wereld geen gehandicapten of kreupelen of gebrekkigen meer. Dezelfde lichamen zijn het, maar ze zijn toch anders, want de voornaamste functies van het aardse lichaam worden dan niet meer uitgeoefend: er is geen huwelijk, en er is geen eten of drinken nodig. De Catechismus vat het zó samen: aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig!

Levenden

Er zullen bij de wederkomst van Christus natuurlijk ook nog mensen zijn die léven. Die zullen dus niet behoeven op te staan, maar toch ondergaan ook hun lichamen dezelfde verandering. Voor zover ze gelovig waren, worden ze “in een punt des tijds” veranderd, verheerlijkt, en Christus gelijkvormig. 

Voor de ongelovigen is er ook een verandering, en de lichamen van hen die zonder Christus gestorven zijn, zullen ook opstaan. Maar zij ontvangen een lichaam “tot eeuwig afgrijzen”, zegt de Schrift. Een gedrochtelijk lichaam, dat afschuw inboezemt. Men kan hier soms al zien, hoe de zonde zich in een lichaam demonstreert. Er zijn mensen met een ongunstig uiterlijk. De zonde degenereert ook het lichaam. Van de beroemde schilder van “Het laatste avondmaal” wordt verhaald, dat hij lang moest zoeken naar een model voor zijn Judasfiguur. Eindelijk vond hij iemand met een zeer ongunstig verradersgezicht. Het bleek dezelfde man te zijn, die destijds geposeerd had … als Christusfiguur; hij was aan lager wal geraakt.’ 

Leestip: Zondagskinderen – Kanttekeningen bij de Heidelbergse Catechismus, H Veldkamp. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....