‘O, dat ik honderd keer blijer en voller mocht preken, met betrekking tot Christus Zelf!’ Dit zei Andrew Bonar (1810-1892) als oude man, in zijn laatste levensjaar. Bonar werd bekend door zijn dagboek en een biografie over het leven van Robert Murray M’Cheyne (1813-1843). Bonar was ervan overtuigd dat hoe meer hij vervuld raakte van de Heilige Geest, des te voller zijn Christusprediking zou zijn.
Herleving
Geen eeuw is ongeschikt voor een herleving van het christelijk geloof. God is immers niet veranderd, hoewel de voortstuwende wereldgeschiedenis steeds een ander gelaat toont. Denkbeelden komen en gaan, maar het Woord van God blijft tot in eeuwigheid. Het besef dat alleen in Christus verzoening is te vinden voor onze zonden, voedt in mij een diep verlangen naar opwekking.
Waar mensen onder de adem van God komen (2 Tim. 3: 16), daar komt beweging. De wind blaast waarheen hij wil, zei Jezus tegen Nicodemus. Maar als God ergens in blaast, dan is dat onweerstaanbaar. Hij komt met kracht.
Blik naar binnen
Wellicht ben jij ook gegrepen door een verlangen naar opwekking. Wie door Gods genade wordt overrompeld, beseft dat er geen zondaar zo opstandig is, of de Heere weet er wel raad mee.
Matthew Henry (1662-1714) wijst bij de uitstorting van de Heilige Geest bij het pinksterfeest op het feit dat men in de laatste tijd meer dan gewoonlijk gebeden had. Vervolgens zegt hij: ‘Wensen wij, dat de Geest van Boven over ons uitgestort zal worden? Zo laten wij eensgezind zijn, niet tegenstaande verschil van gevoelen en belangen, dat ongetwijfeld onder deze discipelen bestaan heeft. Laten wij overeenkomen om elkaar lief te hebben. Want, waar broeders samenwonen, daar gebiedt de Heere de zegen.’
Johannes Calvijn (1509-1564) merkt op: ‘Omdat wij verder niet met God verzoend kunnen worden, dan door de tussenkomst van de dood van Christus. Noch onze zonden vergeven kunnen worden, dan door Zijn bloed. Zo wijst Petrus ons met nadruk op Christus zelf.’
Drie aanwijzingen dus, met het oog op opwekking: 1) Bidden 2) Schuldbelijdenis aan Christus’ voeten 3) Elkaar hartelijk liefhebben.
Opwekking
De calvinistische opwekkingsprediker George Whitefield (1714-1770) reisde duizenden mijlen om mensen in Engeland, Ierland en Amerika het evangelie te brengen. De Heere zegende zijn werk rijk. Op een gegeven moment schrijft hij vanuit Ierland: ‘Overal (o, verbazingwekkende genade!) glimlacht de heerlijke Immanuël over mijn zwakke werk. (…) In Port Arlington, Athlone, Limerick en in deze plaats (Cork), ging het Woord voort en werd het verheerlijkt!’
Whitefield ziet niet alleen kansen voor verkondiging als hij bij een gemeente te gast is, ook onderweg zoekt hij naar manieren om het evangelie te verkondigen. Op een gegeven moment zit Whitefield op een schip, varend vanaf de Bermuda-eilanden waar hij preekte gedurende een periode van herstel van gezondheid. Hij schrijft op zee: ‘Dat de Heere me alle zielen mag geven van hen die met mij zeilen! Er is niets onmogelijk voor Hem!’
Leestip:
- Andrew Bonar, diary and life (Banner of Truth Trust, 1960)