Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 10 maart

Versterking van het geloof (1)

De puriteinen David Dickson (1583-1662) en James Durham (1622-1658) geven in hun uitleg van de Westminster Confessie enkele aanwijzingen tot versterking van het geloof, met name gericht op twijfelaars. 

Zwak geloof

‘Vele ware gelovigen zijn zwak en twijfelen vaak of ze wel ooit van de gezondheid van hun geloof en krachtdadige roeping zeker zullen zijn, en van hun rechtvaar­digmaking en zaligheid zullen worden verzekerd, wanneer ze zien dat zovelen die het geloof belijden, zichzelf blijken te bedriegen. Daarom, laten we zien hoe ie­dere gelovige sterk kan worden gemaakt in het geloof, en van zijn verkiezing en zalig­heid kan worden verzekerd op be­trouwbare gronden, zekere beloften en waarach­tige blijken van het geloof. Hiertoe mogen de volgende schriftplaatsen, onder veel andere, dienstig zijn.

Voor het leggen van betrouwbare gronden van het geloof, overweeg 2 Petrus 1:10: “Daarom, broeders, benaarstigt u te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen.”

Vier aanwijzingen

In deze woorden onderwijst de apostel ons deze vier zaken tot hulp en aanwijzing hoe we sterk kunnen worden gemaakt in het geloof.

  1. Hoewel diegenen die in Christus Jezus geloven, en tot Hem vluchten om van de zonde en de toorn verlost te worden, zwak zijn in het geloof, zo zijn ze niet­temin even wer­kelijk kinderen van dezelfde Vader als de apostelen; want zo beschouwt de apostel hen, als hij hen broe­ders noemt. 
  2. Hoewel wij nu niet verzekerd zijn van onze krachtdadige roeping en verkie­zing, kun­nen wij van beide worden verzekerd, indien wij ons benaarstigen; want dit veronder­stelt hij als hij zegt: ”Benaarstigt u te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken.”
  3. Wij moeten niet ontmoedigd zijn, wanneer wij zien dat schijnbare gelovigen verrotte tak­ken blijken te zijn en afvallig worden; maar we moeten des te meer behoedzaam ten aan­zien van onszelf zijn. ”Daarom, broeders”, (zegt hij) ”benaarstigt u te meer.”
  4. De weg om verzekerd te worden van zowel onze krachtdadige roeping als onze verkie­zing, is om zeker werk te maken van ons geloof, door het leggen van be­trouwbare gronden en het voortbrengen van de vruchten van ons geloof in een nieuwe, blijvende gehoorzaam­heid; “want dat doende zult gij nimmermeer struikelen”, verstaande onder “dat”, wat hij had gezegd over een gezond geloof in vers 1-4, en wat hij had gezegd aangaande het voortbrengen van de vruchten van het geloof in vers 5-9.’

In een volgende aflevering gaan Dixon en Durham in op Romeinen 8: 1-4 waar blijkt hoe de gelovige zich verhoudt tot Christus. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....