Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 7 september

Wilhelmus à Brakel: omgaan met Gods beloften (1)

God gaf in de Bijbel beloften. Een gelovige leert met deze beloften leven. Zij pleiten erop, leven eruit en worden erdoor bemoedigd. Wilhelmus à Brakel onderstreept het belang van het leven met Gods beloften. 

Tegenspoed

Zij die Christus lief kregen, hebben te maken met allerlei vormen van kruis en tegenslag. Dit kan volgens Wilhelmus à Brakel (1645-1711) zowel het lichamelijke als het geestelijke leven raken. Het kan zo zijn dat een christen gedurende een langere tijd heel weinig tot niets ervaart van de omgang met de Heere. God lijkt zich te verbergen. Wie dit meemaakt, kan er diep onrustig door worden. Brakel: ‘Men wordt verdrietig, men twijfelt aan alle voorafgaande genade en geloofservaring. Men beschouwt God als vertoornd, als een Wreker. Men kan tot de Heere geen toevlucht nemen. God verbergt Zich. Men is onzeker, zonder grond. Men bezondigt zich hoe langer hoe meer en het kruis valt hoe langer hoe zwaarder. Men wil zich ontspannen, het kruis afschudden, maar het klemt hoe langer hoe meer. Zoals een aangeschoten hert al vluchtende de pijl met zich meedraagt. Zo loopt men rond in de rosmolen en na lang rondlopen is men nog altijd even ver.’ Kortom, een situatie van hopeloosheid. 

Volgens Brakel ligt de sleutel bij het leven uit Gods beloften. ‘Hoe zal men zich zo onder het kruis gedragen, dat men erdoor geheiligd zou worden. Ik antwoord: door het geloof op de beloften.’ 

Gods beloften

Brakel blijkt een pastor die weet wat waar hij mensen heen moet verwijzen, als men zich in moeilijkheden bevindt. ‘Om te voorkomen dat de kinderen van God door de veelheid en de verscheidenheid van lichamelijke en geestelijke tegenslagen zouden bezwijken; en om te geven dat ze daardoor geheiligd zouden worden, daarom gaf de Heere hen veel beloften. Met deze beloften moet een gelovige werken om erdoor getroost en gesterkt te worden.’ 

David keek te midden van de omstandigheden terug en leerde weer steunen op een eerder ontvangen belofte. Daar putte hij kracht uit: ‘Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen. Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt.’ (Ps. 119: 49-50) 

Gebruikmaken

We dienen de beloften niet ongebruikt te laten. Brakel: ‘Zo zal iedere gelovige door de beloften verlevendigd kunnen worden, als hij er gebruik van maakt. Maar hier hapert het aan.’ 

Volgens à Brakel willen we graag snel resultaat, directe bevrijding van tegenspoed en kruis. We dienen echter geduld te oefenen. Het dragen van een levenskruis of een periode van beproeving valt niet mee. We dienen echter voort te gaan in de weg van de Heere. Door ervaringen heen leren we leven van Gods beloften. Wellicht hebben we vandaag het gevoel omgeven te zijn door allerlei kruisen die we meedragen. Volgens à Brakel dienen we dan ons oog te richten op de toekomst. Liever een moeilijk leven, maar met God? Of liever een makkelijk leven in de zonde, maar dan de eeuwige ondergang?  

Brakel: ‘Maar gaat uw liefde uit naar God, naar verzoening met Hem, naar voortdurend in Zijn gemeenschap te leven, in Hem door Christus de vrede die alle verstand te boven gaat te genieten, te leven in nederigheid, zachtmoedigheid en ootmoed? 

Is al uw verlangen om aangenaam voor de Heere te leven in gewillige gehoorzaamheid? Hebt u de Heere gekozen tot uw enig en volkomen toereikende deel, om u in de Heere te vermaken? Stelt u het eeuwige leven als uw doel voor ogen, strekt u zich daar naar uit? Welaan dan, kies dan ook voor de weg van het kruis, de weg van aanvechtingen, van duisterheden, van veel beroering. Want dat is de weg van de Heere met Zijn kinderen die Hij naar de heerlijkheid leidt. Die weg die Christus gegaan is, die moet u ook gaan. Laat uw zorg niet zijn hoe u het kruis ontlopen of afschudden zou, maar hoe u het welgemoed, getroost, ja vrolijk draagt. Dat zult u dan doen als u werk maakt van de beloften. Dan, als niet de bevrijding, maar de vertroostingen van God u het meest dierbaar zullen zijn.’ 

Wilhelmus à Brakel geeft enkele praktische aanwijzingen. Daarover meer in een volgend blog. 

Leestip: De Redelijke Godsdienst, Wilhelmus à Brakel (Leiden, Donner, 1893), via Theologienet.nl. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....