Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 13 december

Zie, ik kom (1)

Voormalig voorzitter van de Gereformeerde Bond, prof. G.C. Severijn, schreef in het Gereformeerd Weekblad in 1941 een meditatie over: ‘Toen zeide ik : Zie, ik kom ; in de rol des boeks is van mij geschreven.’ (Ps. 40: 8)

Kuil

Wat betekenen deze woorden in de mond van David, de dichter van deze Psalm? In het verband spreekt hij van zijn uitredding, zeggend, dat de Heere hem uit een ruisende kuil, uit modderig slijk opgehaald heeft en zijn voeten op een rotssteen gesteld heeft. Ook heeft hij zijn gangen vastgemaakt en een nieuw lied in zijn mond gegeven, een lofzang voor God. De ontvangen weldaad bepaalt hem bij de vele wonderen, die God aan de kerk gedaan heeft, te vaak, dan dat David ze zou kunnen vertellen. 

Offer

Hij voelt echter de prikkel tot dankbaarheid. Wat zal hij de Heere vergelden voor al de weldaden, aan hem bewezen? Het brengen van offers schijnt voor de hand te liggen voor de Israëliet. Maar dit kan David niet voldoen, want hij weet, dat dit voor God niet voldoet. „Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist”. Zo sprak ook Samuel eens tot Saul: „Heeft de Heere lust aan brandofferen en slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem van de Heere? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette van de rammen”, 1 Sam. 15 : 22. Gehoorzamen beter dan slachtoffer! David wist dit zo goed als Samuel, want de Heere had hem de oren doorboord. En zo had hij dit opgemerkt. Hij kon horen en nu wilde hij gehoorzamen! Daarom zei hij: Zie, ik kom. Met deze woorden stelde hij zich de Heere in dienst. Dat is trouwens de ware dankbaarheid, ook voor de christen, die begenadigd is in de Geliefde.

Wet

Maar wat bedoelt David verder met die woorden: in de rol van het boek is van mij geschreven? Wij spreken niet meer van de boekrol, aangezien onze boeken geen rollen meer zijn, maar in de oudheid schreef men op aaneengehechte dierhuiden (perkament), die men oprolde. Over welke rol spreekt David nu echter? Is het de rol, waarop God Zijn kinderen schrijft? Dan wil hij dus getuigen, dat hij onder de ware dienaren Gods geteld wordt. Men moet echter eerder denken aan de Godsopenbaring, de rol van de Wet, de thora. Blijkens Deut. 17: 14—20 moest Israels koning een afschrift maken van de wet, die de priesters bewaarden, om de wet steeds bij zich te hebben, daarin te lezen, haar woorden te bewaren en haar inzettingen te doen, en zo de Heere te vrezen. In plaats van te lezen: in de rol van het boek is van mij geschreven, vertaalt men dan: Zie, ik kom met de rol van het boek, die mij is voorgeschreven! of, waarin over mij is geschreven. David geeft daarmee dan te kennen, hoe gereed hij is tot dienst  van de Heere. Hij heeft de wet in zijn hand, om zijn leven en regering daarnaar te richten. Straks zegt hij, dat die wet ook in zijn hart, in zijn binnenst ingewand is!

Messias

Hoewel de woorden van de tekst op deze wijze wel te verklaren zijn, zo nopen zij ons toch na te gaan, wat zij betekenen in de mond van Hem, Die de Zoon en de Heere van David is, de Messias. 

Daarover meer in deel 2.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Abrahams’ offer (2)

„Neem uw zoon en offer hem aldaar op één der bergen, die Ik u zeggen zal". Offeren! Mijn zoon offeren. Een...

Abrahams’ offer (1)

‘En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht, en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie hier ben...

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...