Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

donderdag 28 april

Spurgeon: Slechts één deur tot de zaligheid en dat is Christus

De farizeeën kenden hun Bijbel. Je kunt dus blijkbaar de Bijbel in handen hebben en Jezus’ verkondiging horen, maar toch niet tot Hem komen. Spurgeon legt daar de vinger bij. 

Onderzoek 

Volgens Spurgeon is het van groot belang om te leven met de Bijbel. Hoe zul je immers Hem kennen, als je het Woord waardoor Hij spreekt gesloten laat? De Londense pastor wijst er echter op dat we oog moeten krijgen voor Christus in de Schriften: ‘Ik geef toe dat het van het allergrootst belang is dat u de Schriften onderzoekt, want daarin meent u het eeuwige leven te hebben. Maar denk eraan hoe onze Heere de farizeeën berispte. Hij beval hun de Schriften te onderzoeken, maar Hij voegde eraan toe: “Gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben” (Joh. 5: 40). U houdt bij de Schriften op en dat is dus tekort voor het eeuwige leven. Het bestuderen ervan, hoe goed ook, kan u niet redden. U moet verder gaan – u moet tot de levende, persoonlijke Christus komen, Die eenmaal gekruisigd werd, maar nu leeft om aan de rechterhand van God te pleiten. Het aanvaarden van de gezondste leer kan de zaligheid van uw ziel niet bewerkstelligen. U kunt op een andere manier misleid worden. Een andere onjuis­te manier van vrede zoeken kan u op het verkeerde spoor gebracht hebben, en als dat zo is bid ik vurig dat u dat mag inzien.

Geen recht

U moet begrijpen dat er slechts één deur tot de zaligheid is, en dat is Christus. Er is één weg, en dat is Christus; één waarheid, en dat is Christus; één leven, en dat is Christus. De zaligheid ligt alleen in Jezus; ze ligt niet in u, in uw werken, of in uw gevoelens, of in uw kennis, of in uw voornemens. In Hem is al het leven en licht voor de mensenkinderen voorhanden door de genade van God de Vader. Dat kan één reden zijn waarom u het licht niet gevonden heeft omdat u het op de verkeerde plaats heeft gezocht. Wanneer we om vergeving, verzoening en verlos­sing bidden, moeten we niet vergeten tot Wie we spreken en wie we zijn die om de gunst vragen. Sommigen schij­nen met God te handelen alsof Hij verplicht zou zijn hun verlossing te geven; alsof de zaligheid inderdaad het onvermijdelijke gevolg zou zijn van een groot aantal goede werken of het verdiende loon voor een bepaalde hoeveelheid deugden. Ze willen niet inzien dat de zalig­heid enkel en alleen een gave van God is, niet uit de wer­ken, niet uit verdienste, maar uit vrije gunst alleen; niet uit de mens, noch door de mens, maar van de Heere alleen. Hoewel de Heere het in Zijn Woord in zo duide­lijk mogelijke bewoordingen heeft opgetekend dat “het niet is desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods” (Rom. 9: 16), denken de meeste mensen toch in hun hart dat het eeuwige leven gebonden is aan plichten en door het doen van werken verdiend wordt. 

Smeken en pleiten

U moet zulke ijdele gedachten laten varen. U moet voor God komen als een ootmoedige smekeling, pleitend op de genadebeloften, en elke gedachte aan verdienste verafschuwen. U moet belijden dat wanneer de Heere u verwerpt Hij daartoe het recht heeft, en als Hij u zaligt dat dit alleen een daad van vrije genade, een daad van soevereine genade is. O, teveel van u, zoekers, houden het hoofd te hoog. Om de lage poort van het licht binnen te gaan moet u bukken. De ware plaats van de boeteling is op gebogen knieën. “God, wees mij, arme zondaar, gena­dig” is het oprechte gebed van de boetvaardige.  Als God u zou verdoemen zou u nooit over onrecht kunnen klagen, want u heeft het duizendmaal verdiend. En als uw gebeden nooit beantwoord zouden worden, als er nooit gena­de zou komen, zou u de Heere niet de schuld kunnen geven, want u heeft geen recht op verhoring. Hij zou als Hij dat wilde een antwoord van vrede rechtvaardig kun­nen onthouden. 

Belijd dat u een onwaardige, vloekwaar­dige, helwaardige zondaar bent en begin te bidden zoals u nooit eerder gebeden heeft. Roep als u verhoord wilt wor­den uit de diepten van zelfvernedering. Kom als een bede­laar, niet als een schuldeiser. Kom om te begeren, niet om te eisen. Gebruik slechts dit argument: “Heere, hoor mij, want U bent genadig, en Jezus stierf. Ik roep tot u als een veroordeelde misdadiger die vergeving zoekt. Verlos mij dat ik niet in de kuil neerga, opdat ik Uw Naam moge loven.”

Spurgeon ziet dat er mensen zijn die denken niet te mogen komen, of die twijfelen aan de verhoring van hun gebeden om genade. Hij geeft hen raad: ‘Ik daag het heelal uit te bewij­zen dat er iemand is die van Christus’ deur weggejaagd of verboden werd in Hem een Zaligmaker te vinden. Ik smeek u daarom er acht op te geven dat, aangezien deze weg hem leven en vrede heeft gebracht, God hem als de gebruikelijke hoofdweg der genade heeft aangewezen. Arme, schuldige zondaren, er is een bordje geplaatst: “Deze weg voor zondaren, deze weg voor de schuldige, deze weg voor de hongerige, deze weg voor de dorstige, deze weg voor de verlorene. Kom herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’ 

Leestip: Zoekt en gij zult vinden: aanwijzingen voor het oprecht zoeken en vinden van Christus, C.H. Spurgeon, Theologienet.nl.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Abrahams’ offer (1)

‘En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht, en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie hier ben...

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...