Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

donderdag 13 mei

God met ons

Het was aan Jesaja voorspeld en in Matt. 1 wordt het aangehaald. Dat Jezus als Immanuël, God met ons, onder ons kwam. Aan het eind van het evangelie van Mattheüs klinkt: ‘En zie, Ik ben met u.’ Christus komst, lijden en de uitzending van Zijn discipelen, het ligt alles ingeklemd tussen ‘God met ons’ en ‘Ik ben met u’. 

Twijfel

Erg indrukwekkend ziet het er niet uit, als Jezus Zijn discipelen ontmoet op een berg. Mattheüs spreekt van elf mannen (Matt. 28: 16). Als zij Jezus naderen, vallen ze voor Hem neer om Hem te aanbidden. Het werkwoord pros-kuneō betekent ‘vereren, (zich) neerbuigen, aanbidden’. Het is een afleiding van kuneō ‘kussen’. Men aanbidt Hem, men erkent Hem als de Zoon van God. ‘Maar sommigen twijfelden.’

Ze twijfelen niet aan zichzelf, maar aan Hem. Wat is dat toch een grondtrek in ons bestaan. Een niet aflatende invloed, steeds weer. De vertwijfeling. Christus huldigt die vertwijfeling niet, Hij gaat er als zodanig ook niet op in. Hij stelt er iets, Iemand, tegenover. Zichzelf. ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.’ Dat is Zijn begroeting, terwijl ze daar op de grond liggen te aanbidden.

Alle macht

Het gebruikte woord voor macht (exousia) betekent een ‘niet door anderen gehinderde macht om iets te doen’. De Heere heeft alle macht in hemel en op aarde. 

Dit doet denken aan Daniels woorden in het Oude Testament, refererend aan de komende Zoon van God: ‘Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven naderen. En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden.’ (Dan. 7: 13-14)

Tegenover onze vragen, onze vertwijfeling, onze kleinmenselijke overwegingen plaatst de Heere Zijn almacht. Hoe? Door Zijn spreken. Hij zegt het ons vandaag: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.’ 

Koninkrijk

Dit is niet onze wereld, ons leven, onze puzzel die wij moet leggen. Het is Zijn wereld, Hij breidt Zijn Koninkrijk uit. Zoals Hij macht heeft over deze wereld, zo zijn wij in Zijn hand. Hij doet ons buigen, voor Hem. 

De Bijbel als geheel toont volgens Chr. Wright de universele God met een universele missie: 1) Toegezegd aan Abraham, 2) Voldaan in Christus, 3) Voltooid in de herschepping. Met welke opdracht wij ook geroepen worden, we worden ingeschakeld in deze missie. 

J.H. Bavinck geeft aan bij het evangelie van Mattheüs: ‘Er ligt in het evangelie iets van de glans van een koningsboodschap. Daarom moet dat evangelie wel eindigen met de oproep om dat koningschap van Christus over heel de wereld uit te roepen.’ De boodschap moet naar alle volken: ‘De volle verwerkelijking van het grote heil wacht als het ware op het moment, dat de eerste zendingstaak zal zijn volbracht.’

Volken

Al in het Oude Testament klonk dat Gods verlossingswerk niet enkel voorbehouden zou blijven aan Israël, maar uit zou gaan tot de volken van de wereld. Het zingen van een nieuw lied voor de volken vormt een belangrijk zendingsmotief dat opkomt uit de Psalmen. Zoals in Psalm 96. Ook bij Jesaja en de kleine profeten lezen we van de verwachting voor de volken. In het Nieuwe Testament krijgt dit gestalte.

‘Gaat dan henen, onderwijst (1) al de volken, dezelve dopende (2) in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. (3)’ (Matt. 11: 19). We zien de uitwerking daarvan in het boek Handelingen. Nadat Filippus de Moorman heeft onderwezen (1), wenst deze gedoopt (2) te worden. De Jesaja-boekrol reist met hem mee voor nader onderwijs (3). Vader, Zoon en Heilige Geest zijn daarop betrokken. De Heere maakt Zijn werk af, vanwege het volbrachte offer van Christus. Hij leidt de Zijnen tot in de eeuwige heerlijkheid. 

De gemeente wordt vandaag in deze wereld gezonden opdat het Koninkrijk van God zichtbaar wordt en zich uitbreidt. Hij stuwt Zijn werk voort. Het is Zijn Koninkrijk. De ‘Ik zal zijn die Ik zijn zal’ is erop betrokken. Hij is, Hij is erbij, Hij zal er zijn. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Filippus en de kamerling (4)

„En alzo zij overweg reisden, kwamen zij aan een zeker water, en de kamerling zeide: Zie daar water, wat verhindert...

Filippus en de kamerling (3)

Wat las de kamerling uit Candacé in de profetieën van Jesaja? Ds.W.L. Tukker gaat daarop in, bij zijn meditatie over...

Filippus en de kamerling (2)

‘Die man had een boekrol bij zich van Jesaja. En daar zat hij op reis in te lezen. Hij was al in Jesaja 53!’ Aldus ds....