Kinderen heb je niet in de hand. Als ze klein zijn neem je ze mee waar je wilt, maar bij het ouder worden kiezen zij een eigen weg. Waarbij hun overtuigingen leidend blijken voor hun gedrag. Zo ook Augustinus.
Gezin
Het kleine kind dat Monica als jonge moeder in haar armen droeg, groeide op in een complexe situatie. Haar man Patricius diende de goden, Monica diende de God van hemel en aarde. Patricius nam het niet nauw met de huwelijkstrouw en bleek een ruwe man. Pas op oudere leeftijd werd hij christen, kort voor zijn dood werd hij gedoopt.
Gesprek
Monica gaat bij het opgroeien van Augustinus met diverse mensen in gesprek over haar zoon. Ze is blijkbaar zo betrokken op hem, dat ze er alles aan doet om hem te brengen tot aan de voeten van Christus. Terwijl Augustinus ondertussen wordt beziggehouden door allerlei denkbeelden en het leven met volle teugen indrinkt.
Zij vraagt een bisschop om het gesprek met Augustinus aan te gaan over de dwaalleer die hij op dat moment aanhangt. In zijn ‘Belijdenissen’ zegt Augustinus daarover onder andere het volgende: ‘Toen de vrouw hem vroeg, dat hij zich zou verwaardigen met mij een samenspraak te hebben, mijn dwalingen te weerleggen en mij het kwade af te leren en het goede te leren – zo vroeg ze wel aan mensen, die ze toevallig aantrof en die ze daartoe geschikt achtte – weigerde hij, ongetwijfeld verstandig, zoals ik later leerde inzien. Want hij antwoordde, dat ik nog ontoegankelijk was voor de leer, omdat ik nog te zeer vervuld was met die nieuwe ketterij en omdat ik door sommige netelige vragen reeds vele onervaren verontrust had, zoals zij zelf hem had verteld.’
Blijkbaar wilde de bisschop een moment afwachten dat goede aanleiding gaf voor een gesprek. Nu verwachtte hij er weinig van. De bisschop kende overigens de dwaling waar Augustinus zich in bevond. Hij had als jongeman vergelijkbare overtuigingen aangehangen. De bisschop gaf Monica raad: ‘”Maar,” zo zei hij, “laat hem daar maar. Alleen: bid de Heere voor hem: hij zelf zal door te lezen wel vinden, wat zijn dwaling is en hoe groot zijn goddeloosheid.”
Monica bleek een vasthoudende vrouw. Ze wilde niet loslaten. Zozeer dat de bisschop op een bepaald moment een streep trok. ‘En toen hij dat gezegd had en zij niet wilde berusten, maar aanhield met inniger beden en overvloedige tranen te smeken, dat hij mij zou willen ontmoeten en met mij redetwisten, zei hij, een weinig kregel: “Ga weg van mij, zo waar als u leeft, is het onmogelijk, dat een zoon van zulke tranen verloren gaat.”’ Later zou Monica over dit moment zeggen dat het was alsof de laatste woorden van de bisschop uit de hemel klonken.
Sterven
In de periode voor het sterven van Monica staan zij en haar zoon op een bepaald moment door een venster te staren. Samen raken zij in gesprek en vervoering over het eeuwige leven en de nabijheid bij God die voor hen lag. Dit vervulde hen met vreugde. Monica raakte steeds meer los van de wereld. Zozeer dat ze naderhand tegen Augustinus zegt: “Mijn zoon, wat mij aangaat, niets in dit leven bekoort mij nog. Wat ik hier nog moet doen en waarom ik hier ben, weet ik niet, want van deze wereld verwacht ik niets meer. Eén ding was er, waarom ik nog een weinig in dit leven wenste te blijven, namelijk, dat ik u mocht zien als een katholiek christen voor mijn sterven. Meer dan mijn verlangen heeft God mij geschonken, zodat ik zelfs mag zien, dat u met verachting van aards geluk zijn dienaar bent. Wat doe ik nog hier?” Enige dagen later stierf zij. Haar gebeden waren verhoord.