‘De doop herinnert ons ook aan een gewichtige waarheid. God openbaart zich in Zijn Woord als Vader, Zoon en Heilige Geest. Maar diezelfde drie-enige God richt bij het doopvont een nieuw verbond der genade op met het schuldig Adamskind. Hij noemt onze naam reeds voordat wij de Zijne kunnen stamelen.’ Aldus dr. A. van Brummelen over de doop.
Doop
Onze kinderen worden in het midden van de gemeente naar het doopvont gedragen. Daar krijgen ze het teken en zegel van de Heilige Doop. Dr. A. van Brummelen (1928-1999) legt uit wat het betekent dat kinderen een persoonlijk teken en zegel van de belofte ontvangen.
Persoonlijk
Dr. A. van Brummelen stelt dat het teken en zegel van de belofte, dat we bij de doop ontvangen, alles te maken heeft met de boodschap van het Evangelie. Bij de doop wordt zichtbaar dat het Evangelie een blijde boodschap is voor zondaren.
Van Brummelen: ‘Deze ceremonie dient om ons in te lijven in de gemeente van Christus, waarin Hij naar Zijn belofte wil blijven wonen al de dagen, met Zijn hemelse gaven. Zij zondert ons dus af van de joodse en heidense wereld en brengt ons onder rechtstreeks bereik van de stralen van de Zon van de gerechtigheid. Maar deze plechtigheid strekt dan ook tot een zinnebeeld (symbool, ASM) van het heil, dat voor een ieder, die gelooft in gemeenschap met Christus is te vinden, vergeving van de zonden en echte vernieuwing van het leven. Door de doop worden wij niet alleen vermaand, maar ook verzekerd, dat de enige offerande van Christus, aan het kruis geschied, ons ten goede komt.
De doop zelf bezit geen reinigende kracht voor een zondige ziel. Hij is evenmin bron als bewijs van vernieuwing, maar enkel teken des heils en zegel van Gods genade aan iedereen toegezegd, die hem gelovig ontvangt. Bij onze inkomst in de gemeenschap met Christus geeft God aan eenieder van ons, in de doop, hoofd voor hoofd, de verzekering mee, dat Hij ook aan ons dat alles wil schenken wat wij tot het leven en de godzaligheid nodig hebben. ‘Christus, die dit uitwendig waterbad ingezet heeft, heeft daarbij toegezegd, dat ik zo zeker met zijn bloed en Geest van de onreinheid mijner ziel, dat is van al mijn zonden gewassen ben, als ik uitwendig met het water, hetwelk de onzuiverheid des vleses pleegt weg te nemen gewassen ben’.
Belofte
Reeds aan het begin van onze levensweg biedt de Vader als Leidsman zich aan en belooft, dat ‘Hij ons tot Zijn kind en erfgenaam aanneemt en ons daarom van alle goed verzorgen en alle kwaad van ons weren of te onzen beste keren wil’. Daarbij voegt zich ook de Zoon met de belofte, ‘dat Hij ons wast in zijn bloed van al onze zonden, ons in de gemeenschap Zijns doods en Zijner wederopstanding inlijvende, alzo, dat wij van al onze zonden bevrijd en rechtvaardig voor God worden gerekend’. En tenslotte, ons komt de belofte van de Heilige Geest toe, ‘dat Hij in ons wonen en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toe-eigenende het geen wij in Christus niet alleen verkrijgen kunnen, maar van Gods zijde werkelijk hebben’. Overzien wij nu al deze toezeggingen, dan is aan ons de kracht van boven beloofd om te strijden, maar ook te overwinnen. De doop bereidt een heerlijke steun aan het geloof van de christen. Wij moeten het alleen maar betreuren dat de betekenis van de doop zo weinig wordt doorzien.’
Leestip: Stilte van het hart, dr. A. van Brummelen (De Banier, 2020).