Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 26 november

Ds. L. Kievit: Met de preek op de koffie

Een oponthoud in het drukke verkeer, daarmee vergelijkt ds. L. Kievit de zondag en de kerkdienst. We reageren er net zo op als in het verkeer. We remmen af, de motor blijft draaien, om zo snel mogelijk de vaart er weer in te zetten. 

Kerk

Je kunt blijkbaar als met een stationair draaiende motor in de kerk zitten. Ds. L. Kievit (1918-1990) schreef erover begin jaren zeventig van de vorige eeuw: ‘We laten de motor draaien, we moeten straks weer verder, de dag door, de week in. En ondertussen dendert de preek aan ons voorbij, met vaart, of tergend traag. Ziezo, die is weer gepasseerd. Een zucht van verlichting, veel gestommel, we zijn de bank bijna al uit, wanneer een zegen nog moet worden uitgesproken. Het oponthoud zit er weer op. Huis toe en wereldwaarts.’ Kievit vraagt zich af hoe men het Woord kan bewaren, als men het direct na de dienst al verliest. 

Thuis

De predikant moedigt aan tot een gesprek over de preek. ‘En wanneer we thuis zijn, dan: koffie. Gezellig met heel het gezin, misschien nog met meerderen. Geen bezwaar, uiteraard. Aanbevolen, om even tot rust te komen en in gesprek te raken met elkaar. Het gesprek lijdt toch al zo ’n kwijnend bestaan in het gezin. Vader is vaak weg, moeder is druk, de kinderen hebben, als ze wat groter zijn, hun eigen hobby’s die soms met veel lawaai gepaard gaan. Ondertussen leven we gesloten naast elkaar en doen we stug tegen elkaar. Laten we de gelegenheid die er nog is, met beide handen aangrijpen, de gelegenheid om samen een gesprek te voeren. Over de preek!

Waarom niet? Het gebeurde vroeger zeker niet meer dan vandaag. Telkens spreek ik mensen die zeggen: ik moest naar de kerk, maar thuisgekomen hoorde je er niets meer over. Niet dat die kinderen daar toen om zaten te springen, maar later bevreemdt het hun: Er was nooit een gesprek. Vreemd is dat inderdaad. Als het dan van zoveel belang is dat je naar de kerk gaat, als vader en moeder het je bijna bezweren, dan zou je verwachten dat er uit de kerk gesproken wordt over wat werd gehoord. Een veelheid van woorden doet geen nut, maar een enkele opmerking kan duidelijk maken wat ons iets ’zei’.’ 

Rand

Kievit stelt niet dat een goed gesprek als vanzelf ontstaat. Veelal vervalt het in een gesprek over de mensen in de kerk, de stijl van de preek of de dominee die preekte. ‘De kerk was vol! Die was er niet, zou er wat met hem wezen? Dominee was aardig op dreef. Preek was weer best! Daar blijft het dan bij. Zo verzandt het gesprek en de kinderen halen er de schouders over op.’ Overigens zou het volgens Kievit goed zijn voor predikanten, als zij geregeld zó’n gesprek in een gezin aanhoorden. Dominees horen zelf immers niet zo vaak hoe de preek landt. Kievit: ‘Horen om ervan te leren. Om te weten hoe het overkomt, en waar het tekort schiet. De jeugd heeft twee dingen gauw door: Of de preek een ‘werkstuk’ is — voor sommige dominees is het een vrijetijdsbesteding — en: of de predikant het meent!’ 

Kern 

Waarover dán praten in het gezin? Ds. L. Kievit: ‘Daar zou het gesprek over moeten gaan. Wat zei het mij, wat zei het jou. Dan stappen we van de preek zo gauw mogelijk over op het Woord. Hoe meer Woordgehalte een preek heeft, hoe meer die ons daarbij zal helpen. Want het Woord en de preek zijn geen tegenstellingen, al vallen ze niet helemaal samen. De preek legt het Woord uit en eigent het toe. Wat zei de Heere tegen mij, wat zei Hij tegen jou? Niets? Dat kan die zoon van mij niet volhouden, want het Woord was ook tot hem gericht. En mijn dochter moet door de mand vallen: Dat is waar en dat mag ik mij gerust eerst aantrekken. Vader laat merken: ik hoorde vanmorgen… en moeder getuigt, heel stil: zo is het.

Met de preek op de koffie. Om je hart vast te houden. Waar eindigde de dominee mee. Amen. Nu is het uit. Nee, zo is het, waar en zeker. Wanneer in het gesprek dit amen doorklinkt, dan is het een goed gesprek. Dan komen wij nader tot elkaar, we komen iets te weten van onze ouders, van onze kinderen. Zo maar terloops. We gaan het samen beamen dat het Woord van de Heere betrouwbaar is, en zo doende dwalen wij er niet van weg, maar we blijven erbij, wij bewaren het. Zalig zijn zij, die het Woord Gods horen en het bewaren. Die zaligspreking geldt heel het gezin.’ 

Bron en leestip: Waarheidsvriend, 1971, ds. L. Kievit. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Het gezin als vormingsplaats (2)

Christelijke karaktervorming vindt in de Bijbel haar uitgangspunt. Diverse kernteksten uit het boek Spreuken zijn mede...