‘Wie zondigt tegen een kind, zondigt dubbel.’ J.C. Ryle (1816-1900) haalt dit spreekwoord aan in zijn adviezen voor opvoeders. Ouders dienen volgens de negentiende-eeuwse bisschop een levende brief van Christus te zijn. Door te observeren, begrijpen kinderen meer van ons, dan door wat we zeggen.
Geen voorbeeld
Zelf groeide J.C. Ryle niet op in een gezin waarin het dienen van de Heere de hoogste prioriteit had. In zijn levensbeschrijving kijkt hij daarop terug: ‘Het ging er bij ons thuis fatsoenlijk aan toe. Maar religie speelde eigenlijk geen rol. Huisgodsdienst werd niet gehouden, behalve op zondagavond, en dan ook nog maar af en toe.’ Hij kon zich geen vrienden van zijn ouders herinneren waarmee zij over de inhoud van het christelijk geloof spraken. Hij concludeert dat tot zijn achttiende levensjaar ‘niets of niemand ook maar enige invloed ten goede op mijn ziel had en dat niemand met mij ook maar één woord over Jezus Christus sprak. Noch thuis, noch op school, noch op de universiteit, en ook niet met mijn vrienden of familie.’ Zelf wilde hij dit duidelijk anders doen.
Adviezen
In een serie adviezen geeft Ryle concrete tips als het gaat om voorbeeldgedrag in het gezin. Wellicht dat de ervaringen vanuit zijn jeugd hem ertoe aanzetten om op dit punt niet onduidelijk te zijn. Het voorbeeld van ouders heeft invloed. ‘De beste schoolmeester kan niet zo’n invloed op hun geest uitoefenen als dat wat zij bij u thuis opvangen. Het nadoen is bij kinderen een veel krachtiger beginsel dan onthouden. Wat zij zien heeft een grotere invloed op hen dan wat hun gezegd wordt. Daarom, let er op wat u doet ter wille van het kind!’
Hij moedigt ouders aan om een levende brief van Christus te zijn, ‘die door uw gezin gelezen kan worden. Wees een voorbeeld van eerbied voor Gods Woord; van eerbied in het bidden; van eerbied voor de genademiddelen; voor Gods dag. Wees een voorbeeld in woorden, in matigheid, in ijver, in temperament, in geloof, in milddadigheid, in vriendelijkheid.’
Als ouders ben je geneigd om van alles te zeggen over wat kinderen ‘niet’ moeten doen. J.C. Ryle vraagt echter aandacht voor wat zij wel dienen te doen. Hoe? Door dat voor te leven. ‘Denk niet dat uw kinderen zullen doen wat zij u niet zien doen. U bent hun voorbeeld. Zij zullen uw onderwijs en verstandige raad misschien niet begrijpen, maar is leven is voor hen wel te begrijpen!’
Doorzien
Kinderen observeren scherp. Daar hebben ze de hele dag de tijd voor, wanneer ze jong zijn. Bij het ouder worden hebben ze inmiddels jarenlang ervaring. Zoals wij hun karakter bij het opgroeien leren kennen, zo peilen kinderen dat van ons als opvoeders. J.C. Ryle heeft daar oog voor. Kinderen zijn volgens de predikant snel in het begrijpen van wat ouders werkelijk denken en voelen. Zij nemen dat tot voorbeeld.
Later
Als opvoeders zijn we sterk geneigd om alle aandacht op het hier en nu te richten. Het gedrag van vandaag, het programma van morgen. Ryle nodigt ouders echter uit om verder te zien. ‘Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.’ (Pred. 11: 1) We dienen te zijn als kwekers: zaaien in hoop, planten in hoop. Met het oog op de toekomst. Niet om voorbeeldige kinderen te creëren, maar om biddend het oog te richten op de toekomst. Dat doet dagelijks bidden om persoonlijke vernieuwing, door de Heilige Geest. De Heere geeft wat Hij vraagt. Wat onmerkbaar doorwerkt in ons gezin.
Leestips:
- J.C. Ryle – Eenzaam om het Evangelie, Iain H. Murray (De Banier, 2016)
- De plichten der ouders, J.C. Ryle (Den Hertog, 2002)