De praktijk is weerbarstig. Dit ontdek je wanneer je iets in praktijk wilt brengen wat jij je stellig hebt voorgenomen. Het leven is niet maakbaar, maar je bent wel verantwoordelijk voor je gedrag. Niet in het minst richting je kinderen. Wat je zegt en doet maakt namelijk indruk.
Liefde tot God
‘Naast de Bijbel is ons leven het belangrijkste boek dat onze kinderen lezen. Wat lezen ze op de bladzijden van ons leven?’ Deze vraag stelt dr. Joël Beeke aan ouders in zijn boek Aangaande mij en mijn huis – het geloof gestalte geven in het gezin. Beeke schrijft in dit boek heel praktisch over geloof, opvoeding en huisgodsdienst. Waarbij hij put uit de traditie van de puriteinen en dit toepast op vandaag.
‘Liefde tot God moet onze drijfveer zijn om onze kinderen onvoorwaardelijk lief te hebben – maar hun zonden niet.’ Volgens dr. Beeke moeten we ‘een voorbeeld zijn van de genadige, onfeilbare liefde van de Drie-enige God voor Zijn kinderen, zelfs hoewel Hij hun zonden haat.’
Horen en zien
Door onze levensstijl, ons huwelijk en onze opvoeding laten we kinderen zien wat onze opvattingen waard zijn. Of wat wij vertellen ook werkelijk ons hele bestaan raakt. Zij proeven of godsdienst gaat over de buitenkant, of dat wij door genade de Heere lief kregen.Â
Dr. Joël Beeke geeft een lijst met woorden en daden die kinderen bij ons opmerken. Daardoor zien en voelen zij wat ons werkelijk drijft.
- Hoe belangrijk God, het gebed, de Bijbel en de eredienst voor ons zijn, en of we tot God naderen met een vurig verlangen of meer uit plichtsbesef.
- Hoeveel tijd en energie we stoppen in godsdienstoefening.
- Hoe we reageren op beproevingen.
- Of we werkelijk geloven dat alle dingen medewerken ten goede voor hen die God liefhebben (Rom. 8: 28) en dat er geen haar van ons hoofd vallen kan zonder de wil van de Vader.
- Of we boetvaardige ouders zijn die de zonde haten, vertrouwen op Jezus Christus en of we ons verheugen in de Heilige Geest.
- Of we meer bedroefd zijn over dingen die onszelf aangaan, of over dingen die God verdriet doen.
- Of ons huwelijk een afspiegeling is van de verhouding van de bruidegom-bruid, Christus-kerk, zoals beschreven staat in Efeze 5.
- Of we genieten van het samen met onze kinderen bidden, spreken, spelen, vakantie houden en van het samen met hen zijn op zich.
- Of we bereid zijn, omwille van onze kinderen, onszelf te verloochenen.
- Of we onze kinderen passend en met liefde straffen, en niet uit boosheid.
- Of we onze roeping vervullen als een roeping van God, waarin we woekeren met onze talenten tot Zijn eer. Of als een egoïstische poging waarin wij de wereldse mentaliteit indrinken van het werken voor brood alleen.
- Hoe we hen behandelen die ons krenken, over ons roddelen of onze vijanden zijn.
- Of we vriendelijk, barmhartig en vergevingsgezind zijn voor anderen (Ef. 4: 32), en ze aansporen tot liefde en goede werken (Hebr. 10: 24).
- Of we bidden voor anderen (Jak. 5: 16) en herbergzaam zijn zonder te klagen (1 Petr. 4: 9).
- Of we ons verblijden met de blijden en wenen met de wenenden (Rom. 12: 15).
- Hoe we hen achten die over ons gesteld zijn, de regering en de ambtsdagers.
Spiegel
Eerlijk gezegd vond ik deze lijst van dr. Beeke een confronterende spiegel. Hoe vaak schieten we hier niet in tekort? Ik herinner mij uit mijn kindertijd dat mijn vader in staat was om terug te komen op zijn woorden, te belijden waar hij het op een bepaald onderdeel die dag anders had moeten doen. Dat maakte destijds diepe indruk. Wij zijn zondige mensen; voeden op met vallen en opstaan. Onze kinderen blikken door alles heen. Dat doet de dag beginnen met het gebed: ‘Heere, bewaar me voor mezelf. Geef mij door genade wat U vraagt. Ook met het oog op de kinderen.’
Leestip: Aangaande mij en mijn huis – het geloof gestalte geven in het gezin, dr. J.R. Beeke (De Groot Goudriaan, Kampen).