Hij leefde in de Middeleeuwen en zijn invloed is merkbaar tot op vandaag. Bernardus van Clairvaux (1090-1153) pleitte voor verinnerlijking van het geloofsleven. Omgang met God, in de stilte. Liefdesomgang met Christus.
Leven
Als jongen die opgroeide in een wereld van ridders en schildknapen, stond Bernardus van Clairvaux een roemvolle toekomst te wachten. Hij werd geboren in een burcht in de buurt van Dijon. Bernardus verloor als dertienjarige zijn moeder. Haar persoonlijke omgang met God maakte diepe indruk op hem. Na verloop van tijd besloot hij om in een klooster te gaan wonen, om zich af te zonderen voor de dienst aan God. Dat deed hij niet alleen, maar samen met een groep van zo’n dertig anderen. Men onderhield er de regel van Benedictus.Â
In het jaar 1115 stichtte Bernardus een nieuw klooster, in een donker dal van Champagne. Het kreeg de naam Clairvaux (lichtende vallei). Bernardus bracht met zijn klooster licht in een gebied waar roofridders de dienst uitmaakten. Bernardus was een begenadigd prediker, die diepe indruk maakte. Zozeer, dat moeders hun jongens liever thuishielden als hij kwam preken in een stad of dorp. Uit angst dat hun zoon, vanwege de indruk die zijn prediking maakte, in het klooster zou treden.
Bernardus van Clairvaux werd een bekende figuur in zijn tijd. Hij pleitte voor een theologie van het hart. Persoonlijke, bevindelijke, omgang met God. Het onderhouden van een liefdesband met Christus. Ook wel ‘bruidsmystiek’ genoemd. Hij bestreed in zijn leven de theoloog Abaelardus, die zich meer richtte op het hoofd dan het hart. Waar bij Bernardus de liefdesomgang en ervaring veel aandacht kreeg, verwachtte Abaelardus meer van de ratio, het denken. Ook in de Katharen vond hij geduchte tegenstanders. Bij deze confrontatie komt het woord ‘ketters’ vandaan.
Ervaring
Volgens Bernardus horen Godskennis en zelfkennis bij elkaar. Een overtuiging die we later ook bij Calvijn tegenkomen. Dr. A. de Reuver: ‘Zonder Godskennis leidt er geen weg tot het heil (tot zelfkennis evenmin), en zonder zelfkennis voert geen weg tot heilzame Godskennis.’ Volgens De Reuver opent Bernardus naast het boek van de ‘Schrift’ en het boek van de ‘natuur’, het boek van de ‘ervaring’. Deze ervaring is bij Bernardus geen vervanging van de openbaring, maar het doet wel verstaan. Hierdoor krijgt geloofskennis een ‘bevindelijk’ karakter. Volgens De Reuver is dit een accent dat we zien in de Middeleeuwen, maar naderhand ook in de Reformatie en het piëtisme.
Voor de abt uit Clairvaux was liefde van God en wederliefde tot God een belangrijk uitgangspunt. De liefde is volgens hem geen bijkomende eigenschap van God, maar Zijn wezen. Bernardus: ‘Met recht wordt daarom gezegd dat de liefde zowel God zelf is, alsook Gods gave; zo schenkt de liefde de liefde.’ De Heere geeft waar Hij toe opdraagt; liefde om lief te hebben. Bij de mens is geen enkele verdienste, liefde komt voort uit Gods genade. Daarmee zijn we in alles afhankelijk van Christus.
Mediteren over Christus was voor Bernardus daarom belangrijk. Hij had aandacht voor de menswording van Jezus. Meer dan zijn voorgangers. Hij mediteerde veel over het lijden van de Heiland. Van Bernardus bleven indrukwekkende preken over het Hooglied bewaard. Uiteindelijk verlangde de monnik ernaar dat men ertoe kwam om God te schouwen. Naar zijn overtuiging was de hoogste trap van deze beleving alleen in het klooster te verkrijgen.
Invloeden van Bernardus van Clairvaux zijn aangetroffen in het werk van Thomas à Kempis, Calvijn, Luther, Teellinck, Theodorus à Brakel, Saldenus en anderen. Waarbij men uiteraard zijn aandacht voor de Mariaverering niet overnam. Hij was een kind van zijn tijd, niet vrij van dwaling. Een belangrijke stem van voor de Reformatie, waarvan invloeden nog steeds merkbaar zijn.
Luisteren en lezen
Dr. P. Vermeer hield een indrukwekkende lezing over de Bernardus van Clairvaux en zijn theologie van het hart. Beluister hier de lezing.
Leestip: Verborgen omgang – Sporen van spiritualiteit in Middeleeuwen en Nadere Reformatie (Boekencentrum, 2002).