Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 23 april

Dr. P. C. Hoek over de soevereiniteit van God

Soevereiniteit, het woord roept allerlei gedachten en overtuigingen op. Waar moet je aan denken bij de soevereiniteit van God? Dr. P.C. Hoek laat in een lezing bij de Cursus Geestelijke Vorming in Middelharnis zien hoe de Heere zich openbaart in de Bijbel.  

Bijbels spreken

Het woord soevereiniteit staat volgens dr. P.C. Hoek niet in de Bijbel. Wel blijkt de Heere over zichzelf te spreken met eigenschappen die Zijn soevereiniteit aantonen. Volgens de predikant moeten we in ons spreken over Gods soevereiniteit uitgaan van wat in de Bijbel staat. Niet van wat er in de wereld om ons heen zoal over het woord soevereiniteit wordt gezegd. Het Woord van God biedt onderwijs, maar corrigeert eveneens. 

Job zegt over de Heere: ‘Wie zal tot Hem zeggen, wat doet Gij?’ Paulus spreekt in de Romeinenbrief over de ‘onnaspeurlijke wegen van God’. Jesaja wijst er volgens Hoek op dat zoals de hemel hoger is dan de aarde, Gods wegen en gedachten hoger zijn dan die van ons. ‘Narekenen zullen wij de Heere niet, narekenen kunnen wij de Heere niet, narekenen laat Hij Zich ook niet. Hij is de hoge, de verhevene; van Wie je zingt en tot Wie je zingt. Soms juichend, soms ook wenend. Soms in het licht, maar soms ook in de duisternis. Heilig zijn o God Uw wegen, niemand spreke Uw hoogheid tegen; wie, wie is een God als Gij, groot van macht en heerschappij.’ En tegelijkertijd is Hij volgens dr. Hoek nabij. Hij noemt het de neerbuigende goedheid van God. De verhevenheid en de nabijheid van de Heere zijn beiden werkelijkheid. Hij is verheven, maar wendt zich toe tot mensen. Volgens Hoek noemt de Bijbel dit vaak in één adem. 

Eigen denken

Hoe je over God denkt, kan te maken hebben met je opvoeding en geestelijke vorming. Hoek: ‘Misschien werd er over de verheven God gesproken als een Heerser, die op grote afstand en veelszins onbewogen regeert. Zodat de Heere – met eerbied gesproken – de trekken kreeg van het onvermijdelijke, van het noodlot; grillig en willekeurig. Die Soeverein, Die veel wegheeft van wat in de mensenwereld een despoot heet.’ Dat is niet hoe de Bijbel over de Heere spreekt. Volgens de predikant is er een gevaar dat we in reactie op een dergelijke opvoeding de andere kant opschieten. We moeten met het badwater het kind niet weggooien. Bijbels leren denken. 

Jonathan Edwards definieert de soevereiniteit van God als volgt: ‘De soevereiniteit van God is het absolute, onafhankelijke recht, dat Hij heeft om over al Zijn schepselen te beschikken naar Zijn welbehagen.’ Het is dus Gods recht om over Zijn schepselen te beschikken zoals Hij wil.

Verkiezing en verwerping

In het eerste deel van zijn lezing gaat dr. Hoek in op de soevereiniteit van God in relatie tot de verkiezing. De Heere ontfermt zich over sommigen, anderen worden verhard. De predikant werkt dit uit met behulp van wat Jonathan Edwards (1703-1758) over dit onderwerp schreef. 

Hoek: ‘Dat zijn voor Edwards niet twee gelijksoortige daden van God. Hij laat zien dat als God Zich ontfermt dan doet Hij iets. Dan stelt Hij een daad. Maar als het gaat over het verharden van zondaren, dan benadrukt Edwards dat dit is omdat God Zijn Geest inhoudt. Dan doet Hij iets niet.’ De verkiezing tot de zaligheid is een daad van soevereine genade. Hoek: ‘Dat doet de Heere zonder enige verdienste onzerzijds. Die verdienste is er namelijk niet. Hen tot wie Zijn liefde uitgaat, zijn niets beter dan de anderen. Zij geven Hem niet één reden, ook geen enkele aanleiding, om hen in genade aan te zien. Het is vrije gunst. Het is soevereine genade. Terwijl Hij hen die Hij verwerpt wel degelijk om redenen verwerpt, namelijk om hun zonden en hun ongeloof.’ Volgens dr. Hoek horen we hier de vertrouwde trekken en tonen van de Dordtse Leerregels. 

Edwards sprak zijn hoorders krachtig aan op de eigen verantwoordelijkheid. De soevereiniteit van God bracht tot verootmoediging, maar had volgens Hoek in de prediking van Edwards niet tot doel om mensen lijdelijk te maken. Edwards kon bijvoorbeeld zeggen: ‘God does all, and we do all’. 

Vanuit ons zijn er geen redenen, waarom de Heere naar ons zou omzien, geeft Hoek aan. Toch doet Hij het, uit genade. Hoek vraagt zich hardop af: ‘Zou de doorleving van de genade van God niet aan diepte winnen, als we meer leren beseffen dat Hij een soevereine God is? En ligt er niet een rijke zegen, in de aanbidding van Hem als de hoge, almachtige, alwijze en ook algoede God? En zegt het niet veel dat de prediking van Jonathan Edwards, de theoloog van de soevereiniteit van God; dat uitgerekend zijn prediking aan het begin stond van die geweldige opwekking. Die Great Awakening in Amerika?’ 

Luisteren

Het is de moeite waard om deze lezing van dr. P.C. Hoek geheel te luisteren. Dan komen bovenstaande citaten in perspectief te staan binnen het geheel van zijn betoog. Dat kan via het YouTube-kanaal van HHG Middelharnis. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Het vrijdagmorgengebed van Henry Law

‘De tijd is erg kort. Binnenkort valt onze laatste korrel door de zandloper!’ Dit bad Henry Law (1797-1884) in zijn...