Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

donderdag 10 december

Klacht als pad tot lofprijzing

Klagen bij God, mag dat? Volgens de Psalmdichters wel. Ds. L. Kievit vraagt zich met een Psalmdichter af: ‘Waar is de God waar jij zo hoog van opgeeft? Hij trekt zich blijkbaar niets van je aan. Je vergist je in Hem.’ Klagen bij God blijkt geregeld een pad tot lofprijzing.

Klacht

In de Psalmen brengen dichters hun lof aan God. Tegelijkertijd bestaat ongeveer een derde van de 150 Psalmen uit klaagpsalmen. Liederen waarin een dichter in zijn ontreddering bij God komt. Blijkbaar mogen de vragen die ons op de lippen branden gesteld worden. De klacht geuit. Het hart uitgestort voor God. 

Klaagpsalmen hebben vaak de volgende opbouw.

1.     Het aanspreken van God.

2.     Een klacht. 

3.     Een vraag. 

4.     Een uitdrukking van vertrouwen en lofzang. 

Christenen gaan niet enkel over hoogten. Soms gaat het door de diepte van ontreddering en vragen. Door gebrokenheid en teleurstelling. In anderen, maar ook in jezelf. Een klacht is niet het tegenovergestelde van lofprijzing. Zeker niet. Klacht is het pad dat voor christenen nogal eens leidt tot lofprijzing, als we door de diepte gaan. De ruimte tussen gebrokenheid en Gods genade, daar wordt de klaagzang gezonden. Het is een beweging van pijn naar belofte. 

Psalm

In het begin van deze week luisterde ik onderweg een preek van ds. L. Kievit (1918-1990) over Psalm 43. Hij laat zien dat de klacht een plaats heeft. De dichter brengt het onrecht dat hij ervaart bij de Heere. Kievit: ‘Verlos mij van mijn tegenstanders, verlos mij van de overleggingen van mijn zondige hart. Dat ook geneigd is om te zeggen; nou ik stop er dan maar mee. Waarmee? Met gebed en met geloof, want waar is Hij?’ 

Toch blijft de dichter daar niet in hangen. ‘Dan breekt ineens de belijdenis door in deze Psalm: “Want Gij zijt de God van mijn sterkte”.’ Daarmee komt volgens Kievit de vraag op ons af: wat is God van u en wat is God voor u? 

De eigenlijke vraag die gaat spelen is niet: hoe kom ik erdoor? De vraag wordt: hoe kom ik tot U? Kievit: ‘Want ben ik eenmaal bij U, dan schijnt het licht van Uw aangezicht de nevels van de twijfel en dit waarom aan flarden.’ Dan weet een christen weer wat hij aan zijn God heeft. Het verlangen drijft de Psalmdichter naar God toe. Het heimwee naar het heiligdom wordt steeds groter. ‘Zendt Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden.’ (Ps. 43: 3) Kievit: ‘Dan daalt er vrede, midden in de ontsteltenis. Ik doe geen krampachtige pogingen meer om op eigen kracht ergens te komen. Ik voel mij eigenlijk meer en meer in het moeras wegzinken, maar ik strek mijn handen naar U uit Heere. Ik vraag U om een goed geleide, naar U toe.’ De Psalmdichter vraagt God om hem te redden van onrecht. 

Bij de Heere zijn we werkelijk veilig en geborgen. Kievit: ‘Als ik eenmaal bij U ben, dan kan niets en niemand mij meer achterhalen.’ De Heere verstoot de dichter niet, dat ziet hij door het Licht en de Waarheid die God tot hem zendt. ‘Waar U woont daar is inwoning mogelijk. Inwoning bij God; onbegrijpelijk.’ Daar komt de rechtszaak tot een einde. 

Zonder God kun je niet leven. Dat is volgens Kievit geen theoretische veronderstelling. Zoals blijkt in deze Psalm. ‘Een mens raakt met ieder een keer uitgepraat. Wie met God in gesprek raakt, raakt nooit met Hem uitgepraat.’ Volgens ds. Kievit zijn de Psalmen ‘gangmakers’. Ze zetten je in beweging naar God toe. Bij Hem is ontferming.   

Luister hier twee preken over Psalm 43 van ds. L. Kievit.  

Leestip: Dark clouds, deep mercy – discovering the grace of Lament. (Mark Vroegop, Crossway).

Lees verder over dit onderwerp