‘Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt.’ Dit bevel dat Jezus geeft in Joh. 15: 17 staat in fel contrast met wat daarna volgt. We lezen dat de wereld de volgelingen zal haten, zoals men Jezus haatte (18). Met dat men uit de wereld is uitverkoren, staat men haaks op de mainstream, dwars op de tijd. Zoals Jezus vervolgd is, zo zullen ook zij vervolgd worden. De dienaar is niet meer dan zijn heer (20).
Kosten
Zij die op pad gaan voor de Heere Jezus, zullen verliezen lijden en met problemen geconfronteerd worden. Het betekent het achterlaten van zekerheden en volgen op de weg die de Heere wijst. Zo blijkt in Lukas 9: 57-62: ‘En het geschiedde op den weg, als zij reisden, dat een tot Hem zeide: Heere, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. En Hij zeide tot een anderen: Volg Mij. Doch hij zeide: Heere, laat mij toe, dat ik heenga, en eerst mijn vader begrave. Maar Jezus zeide tot hem: Laat de doden hun doden begraven; doch gij, ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods. En ook een ander zeide: Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst toe, dat ik afscheid neme van degenen, die in mijn huis zijn. En Jezus zeide tot hem: Niemand, die zijn hand aan den ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods.’
Het volgen van de Heere Jezus raakt heel het leven. Jezus maant zijn omstanders om de gevolgen te overrekenen: ‘En vele scharen gingen met Hem; en Hij, Zich omkerende, zeide tot hen: Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. Want wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent de kosten, of hij ook heeft, hetgeen tot volmaking nodig is? Opdat niet misschien, als hij het fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen te bespotten. Zeggende: Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. Of wat koning, gaande naar den krijg, om tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt, of hij machtig is met tienduizend te ontmoeten dengene, die met twintig duizend tegen hem komt?’ (Lukas 14: 25-33).
Gebod
Jezus ziet zijn volgelingen als een gemeenschap die dwars staat op de tijdgeest. Als men werkelijk de geboden van God houdt (14), als men vrucht draagt voor de Heere (16), dan kan het niet anders dan dat dit een verstorende uitwerking heeft op velen om hen heen. Daarom is het zo belangrijk om elkaar lief te hebben. Dat is geen overweging die Jezus als advies meegeeft, het is een gebod. Een liefdesgebod.
Juist binnen de christelijke gemeente dient de liefde gevonden te worden, naar Gods gebod. Tot Hem, tot elkaar. Om vanuit Hem de ander te dienen in liefde. Denk aan de voetwassing. De ander hoger achten dan onszelf en de hartelijke bereidheid om te dienen. Zoals Jezus diende.
Dit is deel 4 in een serie van 4 over de vraag hoe de discipelen zich verhouden tot Jezus, naar aanleiding van Joh. 15: 14-17.